‘Het komt goed’, zingt het voltallige ensemble ineens aan het eind van De klokkenluider van Alkmaar en inderdaad: de kluwen aan uitwaaierende plotlijntjes is in een razendsnelle afwikkeling binnen een paar minuten weer volledig afgehandeld. Het is een exemplarisch slot: deze behoorlijk vrije, Alkmaarse adaptatie van Victor Hugo’s roman uit 1831 boogt niet bepaald op subtiliteiten of nuances.

Wél op een prachtige, sfeervolle wintersetting: de voorstelling speelt in de Grote Sint-Laurenskerk in Alkmaar, waar voor de gelegenheid ook een heuse kerstmarkt is opgetuigd en het publiek in een oplopende tribune uitkijkt op het prachtige middenschip, dat de komende weken fungeert als speelvloer.

Het welluidende orkest met veel strijkers en blazers, op grote dramatische momenten aangevuld met het Koororgel uit 1511, lardeert de vertelling met de nodige (hertaalde) evergreens (o.a. The Beatles) en vormt de grootste attractie van de derde winterse familievoorstelling die Theater De Vest in de naburige kerk optuigt. De vorige, De verschrikkelijke vondeling uit 2021, ging óók al over Quasimodo en was óók geschreven door Don Duyns.

Ditmaal verknoopt Duyns het klassieke verhaal rondom Quasimodo aan actualiteiten als vastgoedcriminaliteit, de vluchtelingenopvang en de woningcrisis. Terwijl ondernemer Fred Rollo (Tjebbo Gerritsma), bijgestaan door zijn goedbedoelende vrijwilligerschef Agnes (Rian Gerritsen), de kerk bestiert waarin hij zijn pleegzoon (David Lucieer) verstopt, vermoedt de ambitieuze lokale journalist Esmeralda (Julia Versteeg) een criminele agenda. De leukste vondst is dat Quasimodo óók de klokkenluider is die het schandaal live aan RTV Alkmaar onthult.

Een mooi gegeven is dat de muzikanten – als culturele ontheemden in een wereld op drift – ook een rol in de dramatische handeling hebben, en op enig moment bijvoorbeeld in kleine koepeltentjes in de tochtige kerk bivakkeren. Totdat de kerk een commerciëlere bestemming krijgt en ze eruit worden gebonjourd, uiteraard.

Toch is het moeilijk om mee te leven met de rijgdraad aan korte scènes, waarin weinig echte moeite wordt getroost om de sympathieke kanten van de personages over het voetlicht te brengen. Dat zit hem enerzijds in de vooral functionele dialogen, waarin omslagen vaak behoorlijk uit de lucht vallen of weinig daadwerkelijke consequenties hebben; anderzijds in het eenduidige spel waarin regisseur Leopold Witte weinig reliëf weet aan te brengen.

De klokkenluider van Alkmaar, een concept van Joris Nassenstein en Jan Pieter Koch, stipt volop grote thema’s aan: het gaat over loyaliteit en acceptatie van de ander, over wie je ouders zijn en wat dat misschien zegt over wie je zelf bent, over wat zorgzaamheid echt betekent en hoe goede mensen tot slechte daden kunnen worden gedreven. De personages blijven echter te veel aan de oppervlakte om daar boeiende inzichten over los te weken.

Maar ach, zoals Fred Rollo in het stuk zegt: ‘Geloof nooit een journalist.’

Foto’s: Ben van Duin