Nachtschade: aubergine van Muziektheater Transparant is een hommage én een angstbetuiging aan het nomadische leven****
De grootse Vlaamse schrijver Louis Paul Boon schreef niet alleen maatschappelijke historische romans, zoals Pieter Daens, Vergeten Straat, De Zwarte Hand en De bende van Jan de Lichte en erotische verhalen, maar schilderde ook en schreef soms een gedicht. Bijzonder mooi is het lange epos over de bezoedeling van en de moord op het kleine meisje Eva. Een man met een zak op zijn schouder is op zoek naar konijnenvoer en vindt het lijkje van een ‘klein meisje zo goed als naakt de beentjes opgetrokken/enigszins’.
Niet alleen inhoudelijk treft het epos uit 1954, ook qua structuur, ritme, muzikaliteit in stijl en klank. Boon ontving in 1957 voor dit gedicht de Henriëtte Roland Holst-prijs. De laatste jaren wordt het nog al eens op de planken gebracht. Ook actrice Jessa Wildemeersch en accordeonist Tuur Florizoone wagen zich aan een theaterversie, maar evenaren niet het niveau van de tekst zelf, laat staan dat ze er een meerwaarde aan kunnen geven.
De inspiratie voor het gedicht vormde de moord op het achtjarige meisje Cecilia Otte in 1937. Boon knipte alle berichten uit de kranten, plakte ze aan elkaar en maakte er een prozagedicht van. Maar het gedicht is meer dan een verslag geworden. Het is een commentaar op de samenleving: Kleine Eva wordt niet alleen door haar aanrander vermoord, maar ook door de politie, het gerecht, door de nieuwsgierige ramptoeristen toen dat woord nog niet bestond, door de dokters die haar onderzoeken, en natuurlijk door de pers zelf, de riooljournalistiek die de publieke sensatiezucht gretig voert. Dat was vóór Dutroux, en dat alles is helaas nog actueel.
Maar ook de dichter voelt zichzelf schuldig, door de bezoedeling en de moord in de vage gronden nog eens over te doen in woorden. Dat alles maakt De kleine Eva tot een meesterwerk van alle tijden. In die zin is het goed dat het ook in het theater gebracht wordt. Zover ik weet is de tekst nu nog alleen te lezen in het Verzameld Werk van Louis Paul Boon (De Arbeiderspers 2006).
Muzikant Tuur Florizoone kennen we al als iemand die de accordeon ver boven de hoempapamuziek verheft. Hij weet hier de muzikaliteit van het gedicht te versterken en aan te vullen door het tokkelen op de accordeon, het louter in- en uitblazen, af en toe een toets te beroeren, om dan voluit te gaan in dissonante akkoorden.
Actrice Jessa Wildemeersch, die een lange tijd in de VS heeft vertoefd en gespeeld, studeerde aan The Actors Studio Drama School in New York. Haar werd in 2005 het Lifetime Membership toegekend aan de Actors Studio in New York. Met Tuur Florizoone stond ze al een paar keer op Theater aan Zee en maakte ze poetry meets music, een initiatief van de cultuurzenders Canvas (TV) en Klara (radio).
Ze staat achter de microfoon, kijkt het publiek in de ogen. Ze declameert erg nadrukkelijk de tekst, met stiltes tussen zinnen en fragmenten. Ze verheft vaak haar stem, ze rekt a-klanken lang, ze draagt in een mengeling van zeggen en zingen de tekst voor. Het komt geforceerd over. Haar declamatie ligt er te dik op, wat de empathie niet ten goede komt, en het wekken van ontroering in de weg staat. De kleine Eva die als het ware symbool staat voor alle kinderslachtoffers van misbruik, heeft een groter eerbetoon verdiend.
Foto: Sarah Oyserman