Anita Twaalfhoven geeft **** voor 6+-voorstelling van Sanne Zweije, ‘een theatermaakster die nog veel van zich zal laten horen’.
Wat is nou leuker dan gevraagd worden te liegen tegen een volwassene? Al helemaal als die volwassene een nare bazin blijkt die alleen maar denkt aan ijsjes en geld en daarom vooral geen kinderen in de zaal wil voor de goochelshow van Monsieur Fantastique Liegenie. En dus liegen de kinderen er in de foyer fanatiek op los. ‘Nee hoor, ik ben geen kind. Ik ben al eenentwintig!’ Of vijftig. Of honderd. De kinderen weten dat ze liegen, maar willen ook die zaal in. Deze scène buiten de zaal omvat al de kern van De jokkebrokker waarin voortdurend met de waarheid gegoocheld wordt.
Op het podium zien we de piste waar Monsieur Fantastique zijn kunsten toont. Zijn dochter Vera weet dat alle trucs niet echt zijn, maar is het gelieg van haar vader die echt gelooft in zijn magie meer dan zat. Zij roept het publiek op om samen met haar goed te kijken naar hoe haar vader het doet, in haar eentje kan ze immers niet alles zien. Behendig speelt Michiel Blankwaardt even later met wat de kinderen en hun ouders denken te zien. De goocheltrucs zijn klassiek en echt, maar als iedereen in de zaal denkt te zien hoe het werkt, blijkt de truc toch anders dan iedereen dacht. Betrappen op een leugen kunnen we hem niet.
Wanneer Monsieur Fantastique een konijnenstaartje tovert op Vera (mooie energieke rol van Rochelle Deekman), pikt zij het niet langer: ‘Ik ben een detective, geen konijn, en te boos om lief te zijn!’ Als haar vader haar vertelt dat juist zij hem de ogen voor magie heeft geopend door een tekening van een ijsbeer die zij als klein kind maakte, verscheurt zij die tekening woedend. Zij ziet geen ijsbeer meer, alleen een wit vel.
Het is het kantelmoment van de voorstelling, waarna Monsieur Fantastique zijn magie kwijtraakt. Uiteraard tot grote wanhoop van de heerlijk volkomen over de top spelende Stacyian Jackson: ‘Ik heb vette pech, die kleine betweter wil niet geloven en nu is zijn magie weg.’ In vliegende vaart ontpopt de voorstelling zich in het resterende deel als een klassiek sprookje, waarin de dochter om haar vader te redden moet ontsnappen aan de boze bazin/heks/stiefmoeder en ze aan het eind moeten samenwerken om haar definitief te laten verdwijnen. En zoals de voorstelling in de foyer begon, eindigt die ook daar. Met ijsjes!
Regisseur Floris van Delft, die samen met Wolter Muller ook de rijmende tekst schreef, overstijgt echter het sprookjesverhaal. Waar Monsieur Fantastique blind gelooft in zijn eigen kunnen, is Vera op zoek naar de waarheid, terwijl de bazin dat allemaal niet uitmaakt, als het maar geld en macht oplevert. Al vanaf de eerste seconde maakt hij de kinderen medeplichtig door ze te laten doen alsof ze volwassenen zijn. En als Jackson van zich afbijt met ‘Er is niet een waarheid, jullie volwassenen weten donders goed dat je soms wel tegen kinderen liegen moet’ kijkt ze nadrukkelijk ook naar de kinderen op de eerste rij.
Vera’s oproep ‘Hoe meer we meebrullen, hoe meer we de zaal met waarheid vullen’ is op een vergelijkbare wijze niet alleen een oproep te geloven in de magie van het theater, maar ook een verwijzing naar politici in binnen- en buitenland die hun aanhangers opzwepen met overduidelijke onwaarheden. Het ijsje dat de kinderen hier beloofd werd, bleek gelukkig wel echt en zeer smakelijk.
Foto: Nichon Glerum