Van irritant zoemende muggen in de nacht tot een torenhoge giraf die de blaadjes uit de handen van de bezoekende kinderen oplikt. Er komen veel meer dieren uit de bosjes gekropen dan alleen ‘De Grote Vijf’, die we uit de Afrikaanse plaatjesboeken kennen. En zelden zullen die dieren meer indruk hebben gemaakt op de ukkepuk-bezoekers dan bij De Grote 5, een grandioze voorstelling van jeugdtheatercollectief Meneer Monster. (meer…)
‘De mensen zien elke dag de grootste drama’s en de beste comedy’s op die verdomde flatscreens van ze – en daar gaan ze ons aan afmeten’, zegt een van de acteurs in De grote W. Tegen de flatscreens leggen ze het wellicht af, maar ook te midden van haar theatrale concurrentie blijft de jonge theatergroep de Mannen van Hans niet overeind. De grote W is een nieuwe tekst van toneelschrijver Rob de Graaf over de jonge, verzuipende kunstenaar in een gecommercialiseerde theaterwereld.
Tijdens een openbare repetitie kijkt regisseur Xenia (Manon Nieuweboer) hoe ver haar acteurs Tof (Matthijs Mahler) en Nelson (Michiel Blankwaardt) zijn bij in het instuderen van hun rollen, respectievelijk die van Willem van Oranje en Balthasar Gerards. Op de achtergrond prijkt een oranje ‘W’ van Willem. Nou ja, een halve W. Het laatste pootje is slechts tl-balk, want ze ‘lopen nog zwaar achter met de rekwisieten’. Willem van Oranje moet straks in een verbouwde tafeltennishal in Delft-Zuid bakken met geld gaan opleveren, maar het wil nog niet echt lukken. Halverwege de repetitie volgt dan ook het onvermijdelijke telefoontje: de producent trekt het stuk terug. Het zijn barre toestanden in theaterland.
In De grote W krijgen tekst en spel nergens echt vleugels. Dat heeft een rommelige, ietwat amateuristische voorstelling tot gevolg. Manon Nieuweboer acteert vet en wekt de indruk te willen ‘scoren’ met haar grappen. Haar wat geforceerde spel maakt dat ze hier en daar een witje laat vallen, of haar zinnen laat uitdoven in een lach van het publiek. Nu krijgt ze ook weinig handvatten vanuit de tekst: de omslag in haar personage – van hoogmoedige dwingeland naar gedesillusioneerde regisseur zonder stuk – is vrij abrupt en stoot eerder verder af dan dat deze voor Xenia inneemt. Matthijs Mahler en Michiel Blankwaardt weten absoluut te boeien, maar een slordige dictie bij Mahler maakt dat de slotzinnen nauwelijks te verstaan zijn.
De acteur met zaalangst (het personage Tof) is geestig gevonden, maar verder brengt de tekst van De Graaf vooral clichés te berde over de theaterwereld: merchandising is al wat de klok slaat, de kunstenaar is van nature een grillig en gevoelig typje en het elitaire zestigpluspubliek zal straks vast in slaap vallen. En clichés zijn soms geoorloofd, maar hier vraag je je af wat de voorstelling toevoegt. De grote W wil maatschappelijk geëngageerd zijn, maar biedt nauwelijks een vernieuwend perspectief. En dat is jammer.
De Mannen van Hans wil graag – het spelplezier is van de gezichten af te lezen en het ensemble toont zeker komische potentie – maar komt in de verdrukking in een weinig verrassend stuk. Volgende keer beter.
Foto: Erwin van Tongeren