Jordy van Loon scoorde in 2008, als dertienjarig kindsterretje een hitje met het lied ‘Verliefdheid is een toverbal’. Van Loon is inmiddels, na een bescheiden musicaluitstapje in 2020, als volwassen man terug op het podium met een voorstelling over Louis Davids (1883-1939). (meer…)
Het is jammer dat het woord ‘episch’ te pas en te onpas gebruikt wordt en daardoor veel van zijn kracht heeft verloren, want anders zou ik het zonder twijfel gebruikt hebben om De grote vloed in één woord te vangen. De voorstelling is groots in alles. Groots in haar meeslepende verhaal over liefde en strijd , onderdrukking en verzet, groots in haar reusachtige cast van tientallen spelers, muzikanten en koorleden (bij elkaar meer dan honderd), groots in haar emotionele zeggingskracht (er werd menig traantje weggepinkt en veelvuldig hoorbaar meegeleefd), groots in haar muzikale diversiteit.
De zo’n drie uur durende locatievoorstelling van Zummerbühne weet op magistrale wijze heden en verleden met elkaar te verbinden in een reeks verhaallijnen die in de strakke regie van Liesbeth Coltof wonder boven wonder nergens ontspoort. Dat schrijver Tjeerd Bischoff niet terugdeinst voor omvangrijke toneelteksten met veel nevenintriges, wisten we al van bijvoorbeeld Gas (2018) in toneelgroep Jan Vos. Met De grote vloed levert hij opnieuw zo’n huzarenstukje.
Het verhaal speelt zich af in 1509 in een kleine dorpsgemeenschap in noordoost Groningen. De situatie van de mensen is er erbarmelijk, niet in de laatste plaats door de al even erbarmelijke situatie van de dijken. Als er niet wordt ingegrepen zal het land ten onder gaan, zo weet de jonge zieneres Aisa. Nadat ze heeft opgeroepen tot een opstand, volgt er een showproces waarin haar profetieën worden afgedaan als hekserij. Haar visioenen gelden niet want ze zijn niet voorgelegd aan de bisschop. Bovendien is ze ‘bezoedeld’, volgens een zeer dubieuze geneesheer.
Maar dan zijn we in het verhaal al ver na de pauze. Voordat het zover is hebben we al gezien dat Aisa, volstrekt geloofwaardig gespeeld door Emma Josten, als non Agaat haar dagen in het klooster slijt. Daar zwaait de voortdurend naar verbinding zoekende priores Clara (Debbie Korper) de scepter. Een voorbeeldige non is Agaat natuurlijk niet, daarvoor is ze veel te opstandig. Bovendien is ze smoorverliefd op Tom (Rabbi Jallo) en heeft ze een bloedhekel aan haar vader Tidde, een despoot die als drost naar dit gebied is gestuurd om orde op zaken te stellen bij het morrende volk. Extra verhaallijntje: Tidde (een meesterlijke Tjebbo Gerritsma – want doodeng) verdenkt zijn vrouw Foelke (Margje Wittermans) ervan overspelig te zijn geweest met de smid, een reden om zijn vaderschap in twijfel te trekken.
Al deze verwikkelingen spelen zich af tegen de achtergrond van de dreigende stormvloed. Dat zorgt wederom voor de nodige nevenintriges. Wie heeft de sluis vernield? Wie heeft er met de dijk zitten klooien? Het volk, dat als een grote golf telkens over de met houtsnippers bedekte toneelvloer vloeit, valt aan twijfel ten prooi. Een ding weet het zeker: aan de maatregelen van de hoge heren hebben ze niks. Maar hoe daarop te reageren. Opstand? Zo ja, hoe dan?
Een ‘fact of life’
In een bij het Gronings publiek veel herkenning oproepende scène, zegt een van de vertegenwoordigers van ‘Stad’ dat wonen aan zee nu eenmaal ‘een beetje overlast met zich meebrengt’. De mensen zullen dat moeten accepteren als ‘een fact of life’. Het zijn precies die bewoordingen die minister Henk Kamp tien jaar geleden gebruikte over de bevingen en destijds zoveel kwaad bloed zette bij de Groningers. Bischoff heeft meer van die verwijzingen in zijn tekst gestopt die het verhaal een niet te missen actuele strekking geven.
Ook muzikaal valt er buitengewoon veel te genieten. Componist en dirigent Reinout Douma heeft voor zijn orkest prachtig nieuw werk geschreven met een originele instrumentale bezetting als de oed (een soort voorloper van de luit), de duduk (een Armeens blaasinstrument) en de shakuhachi, een Japanse fluit. Maar het meest opvallend zijn misschien nog wel de overrompelende koorstukken die een prachtige uitvoering krijgen. Petje af ook voor de geluidstechnicus die alles fraai in balans tot ons laat komen.
Met name vóór de pauze is De grote vloed volkstoneel in optima forma, mét een kermis (inclusief de vrouw met de baard en levende kanonskogel). Na de pauze wordt het dramatischer en krijgt de voorstelling meer opera-achtige trekken. Maar ook dan, als onder andere het gruwelijke smaadproces zich voltrekt, blijft er ruimte voor (wrange) humor. Zoals in de scène waarin een paar rijke dames met dedain het volk bejegenen.
Er is moord en doodslag, er zijn schitterende videoprojecties en ontroerende liedjes. Ja, de voorstelling is vol. Zo vol als de wassende maan die op de wolkeloze avond van de première nog extra glans gaf aan het toch al machtige decor waarvoor een compleet dorp was nagebouwd. Alsof het zo moest zijn: in zijn tekst had Bischoff die maan, van invloed immers op de getijden, al genoemd.
Foto’s: Reyer Boxem
Het NRC en de Volkskrant zijn natuurlijk 2 totaal irrelevante recenten die boos zijn dat ze savonds niet op tijd thuis konden komen. Waardoor ze de leuke en luchtige scènes afbranden. Het gaat er in totaal om 1 voor de pauze aan. Die ook nog eens diende als element van een veel belangrijkere scène, die er op den duur door heen speelt. Een scène waarin het geweldige nummer te laat naar voren komt en de hoofdpersonen oproepen tot opstand en verzet. Trieste beoordelingen van trieste mensen zonder kunstinzichten.
Wij vonden de Grote Vloed. Mooier dan de voorstelling van vorig jaar deze was muzikaler en meer verhaal lekker druk
@Marko: Hein Jansen en Elisabeth Oosterling irrelevant? Beetje zuur om deze vakmensen zo weg te zetten. @redactie: gaat dit niet in tegen de gedragsregels?
Ik heb genoten van het begin tot aan het einde. Bovenstaande recensies zeggen mij niets.Het was een combinatie van factoren. Invalide mensen mochten eerder naar binnen. Tijdens het wachten stonden er stoelen klaar waarop wij konden zitten. Enthousiaste vrijwilligers deden er alles aan om ons goed te begeleiden. Toen het eindaplaus klonk, had een vrijwilliger geregeld dat wij via het looppad van de artiesten als eersten weg konden. Moest in Groningen worden afgezet om de trein te kunnen halen. Als Noordeling, vele jaren woonachtig in o.a. Groningen en nu in Fryslân, genoot ik intens van die wijdsheid van dat mooie platteland en van de wijze waarop dat mooie oude kerkje werd betrokken bij de voorstelling. Ik stelde mij open voor alles wat er gebeurde en genoot van hetgeen er op mij afkwam. Ik beleefde het geheel met mijn gevoel en niet met mijn verstand. De prachtige lichteffecten die op het kerkje werden geprojecteerd met als slot de wijze waarop het licht van achter de kerk werd geprojecteerd. Deze avond werd hierdoor voor mij niet alleen een culturele maar tevens een spirituele belevenis…
Ik snap de matige beoordeling van de nrc en de Volkskrant totaal niet. Hebben we wel naar dezelfde voorstelling gekeken?? Van het begin tot het einde was alles top geregeld en hebben we onze ogen uitgekeken en maximaal genoten van zang, dans, spel en spektakel. Ook ode aan het orkest en de techniek. Als je elke avond een verdiende staande ovatie ontvangt, doe toch iets heel erg goed lijkt mij.
Typisch Randstedelijke reacties van de Volkskrant en NRC. In die zin passen ze wel in dit verhaal waar ontkenning en “ver van mijn bed” als een rode lijn doorheen lopen. Het blijkt iedere keer weer moeilijk onder die Randstedelijke steen vandaan te komen.
Ik heb ondanks een buitentemperatuur van 13 graden vanaf de eerste minuut genoten. Schitterende muziek, koor en een verhaal wat mij vanaf de eerste minuut duidelijk was. En dit alles in een niet te overtreffen decor.
Gelukkig zijn het de toeschouwers die bepalen of iets goed of niet goed is. Extra avonden en uitverkochte tribunes zeggen genoeg.
Waarom werd er met onze Lieve Heer zo gespot?
Had totaal geen meerwaarde.
Ben veel eerder naar huis gegaan.
Kon het niet meer aan horen.