Er is zoveel vraag naar de voorstelling Alles Komt Goed door Orkater, dat niet één maar vier speelbeurten in schouwburg De Harmonie in Leeuwarden noodzakelijk waren. Dat zegt veel over het verlangen van het theaterpubliek. (meer…)
De betonnen stellage op toneel figureert als pension, galerij, binnenstraat, droogloopbrug én kelderbox. Daarmee is dit praktische decor van De Gliphoeve een bondige samenvatting van de hoogbouwarchitectuur uit de voormalige Bijlmermeer, in dit geval de roemruchte dubbelflat De Gliphoeve I & II – inmiddels na een grootscheepse renovatie omgedoopt tot Geldershoofd & Gravestein. In dit deel van de ‘betonnen droom’ speelt zich midden jaren zeventig, in de slipstream van de onafhankelijkheidsstrijd in Suriname, een bijna vergeten krakersactie af.
Halverwege de voorstelling verwijst een van de grappigste scènes naar deze eerste vorm van zwart activisme in Nederland. Zus Millie (Dionne Verwey) en broer Glenn (Daniël Kolf) verschaffen zich zenuwachtig met stoel en kroebal (Surinaams voor koevoet) nachtelijke toegang tot een leegstaande galerijflat. Ze zijn de erbarmelijke pensions in de beschimmelde binnenstad meer dan zat. Wat volgt is een ontlading via een swingende, muzikale rondleiding langs de exotische handel en wandel van bonte buurtgenoten in De Gliphoeve.
Duizenden Surinamers kwamen midden jaren zeventig naar Nederland en grepen de leegstand in de Bijlmermeer aan om een oplossing af te dwingen voor hun schrijnende woningnood. Uit onvrede kraakten ze honderden galerijflats. Zo ontstond in De Gliphoeve een bruisende, uitbundige alsook chaotische en turbulente Surinaamse gemeenschap. Totdat de verloedering de overhand kreeg en heroïne en cocaïne hun weg vonden naar de kelderboxen. Ook die keerzijden zien we terug in deze nieuwe muziektheatervoorstelling van Orkater en het Bijlmerparktheater – deel twee in een trilogie over de komst van Surinamers naar Nederland. ‘Sneeuwschuiven in de gouden bocht’, zo noemt zoon Glenn zijn eerst nog lucratieve job als hosselaar van knetterspul.
Aan de hand van vijf jaar wel en wee van een vierkoppige familie volgen we opkomst en ondergang van De Gliphoeve. Vader Stanley (Gery Mendes) blijft vooralsnog in Suriname. Moeder Etta (Manoushka Zeegelaar Breeveld) hoopt in Nederland op een betere toekomst voor hun kroost. In Amsterdam ontdekken ze echter dat niemand op zwarte ‘Rijksgenoten’ zit te wachten. De slimme, strijdbare Millie werkt zich hier met studie en protest bovenuit. De speelse, spijbelende Glenn valt ten prooi aan drugs. ‘Wie gaat weg, wie blijft hier, dat blijft de vraag van de kruidenier’, zo neuriet Manoushka Zeegelaar Breeveld, zittend op een betonnen trap, meermaals varianten op een bekend Surinaams crisislied. In haar sterke moederrol balanceert Zeegelaar Breeveld mooi tussen twijfel, heimwee, teleurstelling en daadkracht. Een echo hiervan klinkt door op ingesproken cassettebandjes, hét toenmalige communicatiemiddel met Suriname.
Jammer is wel dat het ervaren schrijversteam – Geert Lageveen, Bodil De La Parra en Maarten Van Hinte – braaf de chronologie volgt. De schoolse tekst, gekruid met smeuïg Surinaams, klinkt regelmatig als geschiedenisles. Voor de geïnteresseerden: vergelijkbare informatie is te vinden in de web- en radiodocumentaire De Gliphoeve – een vergeten strijd (VPRO, 2017) van radiomaker Maartje Duin en schrijver Daan Dekker. Waar zij het spoor terug volgen via Guilly Koster, Bijlmerbewoner van het eerste uur, doet de voorstelling dit via deze fictieve familie Trustful.
Ook Lageveens regie speelt op safe. Wanneer Gery Mendes als vader Stanley in een beginscène naar zijn borststreek grijpt, vermoed je al de latere hartaanval. En wanneer Dionne Verwey als de sociaalbewuste Millie discriminerende krantenkoppen citeert, wordt die maatschappelijke pijn mét het krantenpapier letterlijk weggesmeten. Jammer dat hier geen spannendere theatermiddelen worden ingezet om deze kant van de Surinaamse Bijlmergeschiedenis kracht bij te zetten.
Gelukkig blaast de bruisende livemuziek veel leven in de tragikomische vertelling en weten de acteurs de sfeer van toen knap te vangen. Mendes bewerkte bekende Surinaamse dansmuziek, zoals kopermarsen en de populaire Kaseko, tot een hechte muzikale structuur. Toeterend door de binnenstraat neemt saxofonist en Kaseko-specialist Sanne Landvreugd met drummer/trompettist Walther Muringen en Hammond-toetsenist Sophie Anglionin iedereen op sleeptouw. De acteurs swingen mee met zang, gitaar en sambaballen en het publiek haakt gretig in.
Dit hechte vlechtwerk van spelers en ‘flatband’ tilt De Gliphoeve op tot warmbloedig muziektheater. Samen met het bekroonde, bitterzoete Woiski vs Woiski (2018) en een nog te creëren slotdeel zetten Orkater en het Bijlmerparktheater zo de spotlight op de kleurrijke Surinaams-Nederlandse historie.
Foto: Elisabetta Agyeiwaa