Hartsvriendinnen Zoë en Amani verloren vlak na elkaar hun oma. De ene opa rouwt, de andere opa woont met veel vreugde in een telefoon. Zoë’s broer Maçon heeft stil verdriet sinds de dood van zijn kat en praat alleen door te appen. Deze giga nerd neemt Zoë en Amani mee op reis door de virtuele wereld. Daarin ontmoeten ze een orakel met emoji’s en Instafamous gedenkplekken. (meer…)
In het enorme bed, tussen een stapel gigantische kussens en een immense deken, ligt een bang ziek jongetje. De dagen zijn saai, maar gelukkig heeft hij als afleiding zijn stoere grote broer die hem prachtige verhalen vertelt. Broederliefde en het overwinnen van je grootste angsten, daarom draait Astrid Lindgrens klassieke jeugdroman De Gebroeders Leeuwenhart.
Verhalen vertellen, dat kan regisseur Casper Vandeputte ook. Hij bewerkte het ontroerende jongensavontuur tot een jeugdvoorstelling voor publiek vanaf acht jaar. Voor de hoofdpersonen koos hij twee van de meest innemende mannelijke acteurs van dit moment: Rick Paul van Mulligen (een gevoelig stoere Jonathan) en Teun Luijkx (een mooi groeiend dappere Kruimel/Karel).
Beiden zijn bij het grote publiek bekend van televisie, maar in het theater komen hun talenten wellicht nog beter tot hun recht. Zo blijken ze bijvoorbeeld behoorlijk goed te kunnen zingen, iets wat in deze muzikale voorstelling mooi van pas komt. Acteur Viktor Griffioen maakte de sfeervolle country-geïnspireerde muziek en speelt en zingt deze ook zelf, naast allerlei bijrollen. De twee vrouwelijke acteurs, Hannah van Lunteren en Ayisha Siddiqi, zingen mee en vertolken in vliegende vaart alle andere personages.
Vandeputte situeert deze Geboeders Leeuwenhart in de slaapkamer van Kruimel, en laat zijn familieleden als het ware de gebeurtenissen vormgeven. Dat doen ze vol overgave en met de middelen die in de kamer voorhanden zijn: een kleerhanger wordt gebruikt als boog, een afgescheurde mouw is een fladderend duifje, een dweil een paard.
In sneltreinvaart rennen de acteurs van scène naar scène. Kussens vliegen door de lucht, het bed wordt een huis, een ondergrondse gang, een berg. Soms zou je ze wel wat meer rust wensen, even een moment van bezinning. Maar nee, daar komt het volgende avontuurlijke verkleedmoment alweer aan. ‘Ben je bang?’, vraagt Kruimel aan de oude man Matthias. ‘Ja. Iedereen is bang’, antwoordt deze. ‘Maar daar moet je doorheen. Er is altijd iets achter, en daar moet je naartoe.’
Het is een meeslepende voorstelling en de acteurs spelen vol overgave. Maar door alles te presenteren als ter plekke in scène gezet en gespeeld voor de zieke Kruimel (als een ijldroom voordat hij sterft) heeft Vandeputte een keuze gemaakt die de spanning er behoorlijk uit haalt. De toeschouwer ziet immers voortdurend dat de gebeurtenissen spel zijn, verbeelding, in elkaar gezet met minimale middelen. Dat maakt deze toneelversie van De Gebroeders Leeuwenhart een stuk lichter verteerbaar dan het boek en dat is – voor wie hoopte op ontroering – toch een beetje jammer.
Foto: Bowie Verschuuren