Beelden van bloedvergieten en woestenij namen nietsvermoedend een plekje in op mijn lijst van verwachtingen over De fury fan Dokkum: het is immers een voorstelling over een bloedbad uit 1572, de grootste stadsramp van Dokkum. Het tegendeel wordt bewezen; we krijgen een humoristische en beheerste interpretatie te zien van de ‘Waalse Furie’, gebaseerd op de verslagen van arts Hendrik van Bra.

Deze arts, gespeeld door Boy Ooteman, leidt het publiek als verteller door de gebeurtenissen van een Dokkum dat gebukt gaat onder het geweld van de geuzen en Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog. De voorstelling begint sterk en introduceert een verfrissende blik op de leefwereld van vrouwen ten tijde van dit conflict, maar krijgt op het einde niet de touwtjes aan elkaar geknoopt.

De voorstelling speelt in de prachtige Bonifatiuskapel, een buitenlocatie die recht doet aan de historische relevantie van dit stuk voor de regio. Deze muziektheatervoorstelling is geproduceerd door NOF Producties, een stichting met als doel om de historische verhalen van Noardeast Fryslân aan de man te brengen. Onder regie van Bruun Kuijt zien we een talig spel dat het Nederlands en meerdere Friese talen vermengt. Voor een niet-Fries als ik is het heerlijk om die meertaligheid te horen in de dialogen, maar het kan toch best pittig zijn om daardoor bij het verhaal te blijven op de momenten dat Friezen onderling het een en ander bespreken.

Het wordt snel duidelijk dat de arts het podium voornamelijk gaat delen met Katrina, gespeeld door Nynke Heeg. Katrina is een ijverige visvrouw die maar geen afscheid wil nemen van haar hufterige man Foppe (Jelke Rijpma), die klaarstaat om de zee te bevaren. Schijnbaar een herkenbaar fenomeen voor de Dokkumse vrouwen. Velen maken zich zorgen en voelen zich alleen gelaten door hun mannen, dusdanig dat het een cover van Michael Jacksons ‘They Don’t Care About Us’ verdient. Het gezang werkt verbindend en strijdlustig.

De dansers houden gedurende het stuk grotendeels dezelfde, moderne stijl aan, met lange, sierlijke bewegingen. Fijn om naar te kijken, maar het past niet altijd bij de context van het moment. Zo dansen ze bijvoorbeeld ook redelijk lieflijk in de wanhoopspoging van Katrina om Foppe dicht bij haar te houden. Juist daar ligt de kans voor het grijpen om de wanhoop en angst ook fysiek te verbeelden, maar dat gebeurt niet. De choreografie tijdens de furie breekt daarmee: daar ga ik helemaal in mee, door de kracht en pit die wordt uitgestraald.

Hitsige priester
Het uitgangspunt van de Dokkumse vrouw voelt fris en verrassend. De interactie tussen de spelers is fijn om naar te kijken door de willekeurige grapjes die de dramatische sfeer doorbreken. De scènes met de hitsige priester doen dat bijvoorbeeld fijn. Het maakt een voorstelling met een complexe historische context toegankelijker.

Andere keuzes in de voorstelling lijken daarentegen nogal voorspelbaar en makkelijk. De arts worstelt met zijn gevoelens voor een visvrouw, Foppe keert toch wel terug. Deze momenten zie je van mijlenver aankomen, wanneer je doorkrijgt dat deze voorstelling voor een intieme weg kiest. De aanvaring tussen de arts en Foppe geeft helaas niet de voldoening waar je op wacht. Het voelt eerder als een opstapje naar een nog grotere ontknoping: met wie eindigt Kristina?

Door de geweldsuitbarsting van Foppe krijgen we een gevaarlijke, onverwachte antagonist te zien, waardoor je op het puntje van je stoel gaat zitten. Je snakt naar een verdieping van dat conflict. Die grotere ontknoping krijgen we helaas niet te zien, want in een mum van tijd vindt de furie plaats, komt Foppe te overlijden in de strijd en de arts vlucht Dokkum uit in vrouwenkleding. Het tempo waarin de grote gebeurtenissen elkaar opvolgen op het einde voelt gehaast en breekt de spanning af. Wat was nou eigenlijk de climax?

De voorstelling probeert door het gebruik van persoonlijke ervaringen een historische gebeurtenis toegankelijker te maken voor een breed publiek. Een te ambitieuze start in het plot zorgt echter voor een einde dat te snel alle eindjes aan elkaar moet knopen. Echter, het enthousiasme van de cast dat uit de magische Bonifatiuskapel spat, maakt het zeer zeker de moeite waard om deze voorstelling te bezoeken.

Foto’s: Marit Anker