Zowel vader als moeder en ook de twee zonen zijn verslaafd aan alcohol. Het is wat we nu een disfunctioneel en toxisch gezin noemen. Het is het gezin dat Eugène O’Neill, vermaard Amerikaans theaterauteur en Nobelprijswinnaar voor literatuur in 1936, beschreef in de jaren veertig in een theaterstuk. (meer…)
Waar ze wonen, lopen of werken, is de vloer uitgetekend in stalen pallets. Op een van de zes plateaus hoort hij dat de ziekte ongeneeslijk is, commandeert zij haar man en medewerkers rond en dopt de jonge Ghanese boontjes. Een moderne westerse stad is het, in een blokkendoos-puzzel op het toneel.
Als druk-druk-drukke immigratieambtenaar heeft Sofie (Sofie Decleir) haar zinnen gezet op een fietscursus voor ‘nieuwkomers’. Vervoer maakt immigranten flexibel en ze moeten toch steeds naar allerlei instanties voor documenten. Bijna belangrijker dan taalles dus. Ze heeft Marc (Marc Van Eeghem) op het oog als docent voor de cursus. Zijn Vlaams is plat, hij grapt met vrienden in de kroeg en heeft zijn volksbuurt zien veranderen. Abigail (Abigail Abraham) duikt op als een van zijn cursisten. Zij is een Ghanese die de klusjes doet waar geen Vlaming de handen aan vuil wil maken. De drie stedelingen snellen langs elkaar heen in hun eigen werelden, terwijl de problemen steeds nijpender worden. Die dreiging krijgt vorm in de klauwend-agressieve aanwezigheid van een fietsendief (danser Igor Shyshko), die door de taferelen kruipt en tolt.
Met De fietsendief weeft het Vlaamse theatergezelschap MartHa!tentatief, in coproductie met Zuidpool en het Toneelhuis, de immigratieproblematiek door drie levens, met de fiets als symbool voor de westerse gebruiken die aan ‘nieuwkomers’ worden opgelegd. De voorstelling is daarmee natuurlijk hyperactueel, maar ook een interessante reflectie op de gelaagdheid van de westerse samenleving en uiteenlopende vormen van lijden. Gemaakt door de artistiek leiders Johan Petit (regie) en Bart Van Nuffelen (tekst en regie) is de signatuur van MartHa!tentatief duidelijk te herkennen, met de stad als decor. Fris-humoristische scènes worden afgewisseld met beklemmende momenten in de krochten van de stad, waar Abigail probeert te overleven. Terwijl wervelwind Sofie (een prachtige rol van Decleir), druk babbelend, taak na taak weg delegeert, is Marc haar sidekick. Zijn brommerige terughoudendheid maakt langzaam plaats voor enthousiasme over de cursus die hij eigenlijk helemaal niet wilde geven.
De cast is compact en de vormgeving sober, maar doordat de personages ook gesprekken voeren met onzichtbare naasten verrijst de stad op het toneel, compleet met kantoor, kroeg en ziekenhuis. Steeds nadrukkelijker dringt de vraag zich op, die Marc uiteindelijk uitspreekt: ‘Wonen we nog wel in dezelfde stad?’ Of zijn de perspectieven van de drie personages zo verschillend, dat er verschillende steden zijn ontstaan? Jammer dat de zoektocht naar die fietsendief lang doorgaat en de ongrijpbare dreiging uiteindelijk wordt ontmaskerd, maar boven alles is De fietsendief een relevante voorstelling, die volop stof tot nadenken biedt.
Foto: Kurt van der Elst