Dartel klinkt het ‘Rondo alla Turca’ uit Mozarts ‘Pianosonate nr.11’, de aftrap van dit muzikale superheldenepos vol Turkse muziekinvloeden. Na die lichtvoetige opening (speels gearrangeerd door Steven Kamperman) nemen de vier spelende musici het vierpluspubliek mee naar mysterieuze sferen. (meer…)
Dat is weer eens wat anders: dat je bij het verlaten van de voorstelling niet helemaal zeker weet of je de voorstelling nu wel gezien hebt. Op Festival Cement overkwam het me bij duo Happel & Van der Vegt (twee leden van het Vlaamse collectief Werktoneel): een voorstelling die volgens de aankondiging een kwartier zou duren, maar waar ik na een half uur lichtelijk verward maar met vrolijke tred het geïmproviseerde zaaltje maar weer verliet, op weg naar een volgende voorstelling.
De verwarring begint al bij binnenkomst. Een drommetje toeschouwers staat bij de deur van een zaaltje, maar krijgt aldaar te horen dat de voorstelling nét is begonnen. Vooruit, kom toch maar binnen dan. Inderdaad zijn er spelers in het houtjetouwtje lijst-in-lijstdecor al volop met een publiekje – dat daar nog van een eerder tijdslot bleek te zitten – in de weer. De sfeer in het Brabantse theater is gemoedelijk met een zachte g: zowel spelers, crew als toeschouwer hebben het zicht- en hoorbaar naar hun uitbundige zin.
Happel & Van der Vegt (Werktoneel), dat zijn KASK-alumni Joeri Happel en Lukas van der Vegt. Op Festival Cement in Den Bosch spelen ze onder de noemer Joeri’s verjaardagsweekend vier ‘kortvoorstellingen’, ofwel: sketches, autonome scènes. Die worden in weldadige chaos aan elkaar geouwehoerd door de spelers, die voortdurend om zichzelf (en daarmee toch ook een beetje om de toeschouwer) lachen. Vooraf weet je niet welke van de vier scènes je te zien krijgt, de spelers zelf ogenschijnlijk ook niet: de repertoirekeuze komt semi-democratisch tot stand met het publiek.
We vallen met onze neus in de boter, want de eerste sketch draait om de verjaardag van Happel, die daarop zijn (echte?) ouders uit het publiek plukt, hen verkleedt als twee van de drie koningen, en na de nodige kolder zijn verjaardagscadeaus van hen ontvangt (een boek, en kwijtschelding van zijn schulden – ik geloof dat hij er oprecht blij mee was).
(Tussendoor: ‘Als er mensen naar een volgende voorstelling moeten, moeten ze nú gaan.’)
Een andere sketch heet ‘De Zweden’ en de twee spelen jabberen daarin op komische wijze een herinnering aan een uit de hand gelopen feestje bij elkaar. Terloops stappen de spelers voortdurend in en uit hun rollen. De mannen hebben nog meer sketches op hun repertoire, maar daarvoor kunnen we altijd later terugkomen.
Joeri’s verjaardagsweekend is een vrolijke en verwarrende bijna-ervaring, waarin in korte tijd van alles aan de hand was en tegelijkertijd niets is gebeurd. Vrolijk, niksig, pretentieloos en ja, toch knap. En geen idee wat je ermee moet.
Foto: Happel & van der Vegt