Via de seksuele uitspatting neemt Suburbia in ‘Eenzame begeerte’ het burgerlijke bestaan onder de loep ****
Na de indrukwekkende solo van Sarah Jonker, Dunque… Il gonfiabile, komt Stichting Likeminds wederom met een theatraal overweldigende voorstelling. De eenzame revolutie, een toneelbewerking van Miroslav Krleza’s roman Op de rand van het verstand, is honderd minuten theater in de hoogste versnelling.
Tien jaar na de publicatie van Marx’ Das Kapital gaat een brave Joegoslavische advocaat door het lint op een society tuinfeest ter ere van generaal Dolmacinski. Wanneer de plaatselijke elite Dolmacinskis misdaden als moedig omschrijft en applaudisseert bij het verhaal dat hij vier boeren heeft neergeschoten die zijn wijn probeerden te stelen, wordt de advocaat overvallen door zijn morele ontwaken. Tegen beter weten in maakt hij Dolmacinski uit voor een criminele schurk. Wat volgt is een klopjacht op deze aristocratische deserteur. Hij wordt ontslagen, verlaten door zijn vrouw en dochter en overal waar hij komt kent men zijn reputatie als verrader en leugenaar al voor zijn arriveren. Maar zelfs wanneer hij voor de rechter wordt gesleept wegens smaad en het moet opnemen tegen Doctor Hugo, een legendarisch redenaar, houdt hij voet bij stuk: ‘Eenzaamheid heeft nog nooit als bewijs gegolden van het feit dat een mens geen gelijk heeft.’
De tumultueuze wending die het leven van een eenvoudig advocaat neemt wordt in de regie van Marc Wortel in een hypertheatrale aaneenschakeling van scènes naar het toneel vertaald. Zo wordt in de eerste scène, onder luid gejuich van het koor, het leven van generaal Dolmacinski door twee van zijn bewonderaars getoond ‘in beeld en beweging’. Een hilarisch tafereel, maar nog niks vergeleken met de groteske rechtszaak waarin Doctor Hugo (gespeeld door Sarah Jonker) zijn pleidooi ondersteund met een onhandige choreografie.
Lard Adrian, Sarah Jonker, Gonca Karsau en Roy Baltus gaan in honderd minuten een complete uitputtingsslag aan. Gehuld in prachtige kostuums van Renske Kraakman racen zij van de ene scène naar de andere. Op volle toeren transformeren zij van het ene personage in het andere en storten zij zich op de tekst. Hoewel de mise-en-scène van Marc Wortel het oog af en toe rust gunt, is er in het spel helaas geen moment van ontspanning. Hierdoor krijgt de toeschouwer geen seconde om te incasseren en ontbreekt de nuance in dit schrijnende verhaal van zedelijk bij zinnen komen van een doodnormale man.
Foto: Jean van Lingen