Bij het uitstrooien van de as van Leen Jongewaard in de Middellandse Zee in Zuid-Frankrijk had Barrie Stevens de windrichting verkeerd ingeschat. Kreeg hij zelfs postuum nog een klap in zijn gezicht van zijn grote (voormalige) liefde. (meer…)
Mevrouw Van het Land heeft er na een klein half uurtje schoon genoeg van. ‘Breng me terug!’ zegt ze met dwingende toon. Ik twijfel. Dit stond niet in het scenario. Ik zou haar rolstoel het hele verpleeghotel voortduwen en aan het eind zouden we een gesprekje hebben. Over wat we onderweg gezien maar vooral gehoord hadden. Via twee koptelefoons die we de hele tocht op hadden en waar stemmen klonken die verhaalden over het leven in een verzorgingshuis.
Een broeder (heet iemand in een verpleeghotel wel zo? Misschien noemt hij zichzelf wel zorgbediende – ik heb geen idee) schiet me te hulp en neemt mevrouw Van het Land van me over. Gezien zijn doortastendheid kan hij haar gemoedstoestand duidelijk beter inschatten dan ik. Hij rijdt haar een kamertje in. Daar sta ik dan, alleen, op de eerste etage van Zorghotel Bovenwegen in Zeist, met een koptelefoon op mijn hoofd en eentje in mijn hand. In de andere hand heb ik het apparaatje waarop de stemmen staan.
‘Al die oude, gare koppen, ik ken ze uit mijn hoofd’, had ik gehoord. En: ‘Als ik zo word als zij, geef me dan een pilletje. Of gooi me van het balkon. Of een nekschot, dat mag ook.’ Zou dat het moment geweest zijn waarop het mevrouw Van het Land te veel werd? Dat ze het cynisme van haar leeftijdgenoten niet langer kon aanhoren? Het zou kunnen. Het was tenslotte niet bepaald een feestelijke wandeling die we samen aan het maken waren. Met de jaren komen de gebreken en worden levenslustige mensen afhankelijke wezens. Maar we hadden ook gehoord hoe een bejaarde vrouw door een vrijwilliger was meegenomen naar een musical en dat de glinstering in haar ogen het mooiste moment van de avond was.
Ik zet de wandeling in mijn eentje voort en hoor een man vertellen hoe geweldig de kapster is, hoe goed het eten en hoe heerlijk de koffie is. Toch heeft hij besloten er een eind aan te maken. ‘Ik ben gewoon niet meer te helpen. Verdriet slijt niet. Er is niets meer om bij me weg te vreten. Ik ben volkomen hol.’
Met de indringende ‘audiotour’ De dood of de geraniums duikt Theatergroep Bodemloos in het leven van ouderen in een verzorgingshuis. Een opvallende keuze voor de locatietheatergroep die wordt geleid door de twee twintigers Suzie Roijmans en Saskia Tilanus. Dit is wel wat anders dan een oude werfkelder of een stinkende steeg, plekken die ze eerder aandeden. Het idee voor de voorstelling, zegt Roijmans in het programmablad, komt voort uit hun gedeelde fascinatie voor ouder worden en de dood. ‘Het is onomkeerbaar en daardoor zie ik het ook als erg beangstigend.’
Zou het daardoor komen dat de toon, ondanks enkele relativeringen, zo berustend is? In het voorportaal van de dood hangen geen slingers, zo veel wordt wel duidelijk.
Als ik na afloop voor een nagesprekje aanschuif bij een ander duo dat de wandeling gemaakt heeft kantelt dat beeld gelukkig toch nog een beetje. De bewoner vertelt hoe haar zoon haar nog elke week bezoekt en dat ze verder ook weinig te klagen heeft. Nu ja, het tekort aan personeel is natuurlijk verschrikkelijk. Dat je soms een half uur moet wachten als je naar het toilet wil.
En zo doet de titel van de voorstelling toch weer alle recht aan de inhoud. Op je oude dag is het altijd kiezen tussen twee kwaden. Maar daar moeten we niet al te dramatisch over doen, sprak een stem tijdens de wandeling. ‘De dood is nooit het einde van de wereld.’
Foto: Rogier Boogaard
Ik mis de naam van de schrijver van dit prima stuk.