Bang zijn voor spinnen of slangen, dat kennen we wel en niemand kijkt daar nog van op, maar angst voor de wereld hebben is een grote stap erger. Bang zijn door wat je allemaal om je heen hoort en ziet, door de oorlog, de klimaatcrisis, de ruzie bij de buren, op school, thuis. (meer…)
In een kindertehuis wachten op je jarige moeder die maar niet komt. Het is het lot van Binta die dan maar het bezoekuur invult met het entertainen van het publiek. Ze geeft een inkijk in haar leventje, in haar gevoelens, in haar binnenkamer met geheimen in laatjes en kastjes. Bij haar op de kamer zit de zwijgende Yoeri. Binta wervelt door de kamer, ratelt en tettert haar boosheid, verdriet van haar af, hij kanaliseert de emoties met muziek.
Het hele verhaal is gekaderd tussen twee scènes waarin Aminata Demba als een gemaskerde spookverschijning zegt dat leed het leven bepaalt. Ze is dol op littekens. Achter elk litteken zit een verhaal, bij de geboorte krijgt elk mens zijn eerste litteken, het schattig naveltje. Later heeft ze het over de liefde die belangrijk is in het leven, maar dat het gebrek aan liefde het leven met littekens tekent.
Demba overtuigt in de rol van Binta, een hyperkinetisch meisje van negen. Ze doet aan karate, ze danst, ze zingt, laat kinderen en volwassenen meeklappen op de deuntjes. Maar ze ontroert ook, krijgt het publiek doodstil met haar verhalen over de brand in hun woning, hoe de moeder een burn-out heeft en als alleenstaande het leven even niet meer aan kan, hoe ze gescheiden werd van haar moeder, hoe ze zich daarvan ook zelf de schuld geeft. ‘Ik ben een lastig kind, mijn moeder kon het niet aan.’
Tussendoor houdt ze quizjes met het publiek, haalt ze spulletjes en foto’s uit de kastjes en vertelt de verhalen die erachter zitten. Over medebewoners, over opvoeders en begeleiders, over vroeger, over school, over haar mama. In een mooie scène legt ze aan Yoeri uit hoe hij een spreekbeurt moet geven (dat kost hem wel 15 euro) over kinderverwaarlozing, een fenomeen van alle tijden. ‘Mozes is de eerste onbegeleide minderjarige vluchteling.’ Het publiek mag de geschiedenis met de actualiteit aanvullen.
Hanneke Paauwe heeft een toegankelijke tekst geschreven over dit zware onderwerp, speels en lichtvoetig, vol humor en licht sarcasme, met weetjes, met liefdevol begrip. Jo Roets is de regisseur van Laika, ‘het theater der zinnen’. Ook hier bieden onder meer lekkere geurtjes troost en plezier. Hij heeft een evenwichtige enscenering gemaakt: hilarische momenten wisselen af met ingetogen momenten, spraakwatervallen met stiltes, woede met rust. Het spel met de kastjes en laatjes (in een scenografie van Studio Kuurjeus) is verrassend.
Muzikant Sam Geysel zit als Yoeri opzij in de kamer, achter zijn toetsenbord en trommels. Als een hoopje mens, verlaten en vergeten, dat met een knikje en zuchtje antwoord geeft op de vragen van Binta en naar het einde toe met zijn muziek haar een beetje uit haar verdriet weet te trekken en haar veerkracht geeft. Beklijvend mooi.
De binnenkamer van Binta is geselecteerd voor het Theaterfestival in Vlaanderen. Zeer terecht. De productie is ook te zien op het Nederlands Theater Festival in Amsterdam.
Foto: Kathleen Michiels