In een double-bill tijdens het online festival CaDance (Korzo) tonen Krisztina de Châtel en Astrid Boons hun respectievelijke voorstellingen Scala en Arise. Waar het statement van De Châtel overweldigend is qua vormgeving, houdt Boon het eenvoudig. (meer…)
De Londense choreograaf Joseph Toonga richtte in 2007 met een club verwante zielen Just Us Dance Theatre op. Met dit gezelschap maakt hij voorstellingen waarin hij het dansidioom uit de hiphop met succes koppelt aan hedendaagse dans. Tijdens de Nederlandse Dansdagen presenteert hij Daughter, Daughter – Before I Met You. Onderwerp van de voorstelling is het vaderschap. Toonga nam de afgelopen twee jaar deel aan het tweejarige Europese dansproject Pivot Dance, dat de ontwikkeling van choreografen in nieuwe richtingen stimuleert. Dit stuk is daar een uitkomst van.
Daughter, Daughter – Before I Met You is een voorstelling waarin de drie dansers, Jordan James-Douglas als vader, Hayleigh Sellors en Wennah Wilkers als dochters, zowel dansen als acteren. Een moeizame combinatie. Doordat spel en dans regelmatig binnen een scène dezelfde gebeurtenis of hetzelfde dilemma uitdrukken wordt het allemaal regelmatig erg eenduidig, soms zelfs plat.
We zien een vader en een dochter, James-Douglas en Sellors, in dans van elkaar wegtollen, beiden met driftige bewegingen en gebaren duidelijk makend dat ze er hard aan werken om bij elkaar te blijven horen en toch van elkaar los te komen. Hun gezichtsuitdrukking zegt het al, maar de dochter roept ‘Dad, where are you? I need you now.’ De vader wil zijn armen om haar heen slaan en haar optillen, maar ze glipt tussen zijn armen uit en beent weg: dit is niet wat ze wil.
Even later is een dochter druk in dans een leven aan het opbouwen. Vooraan op de vloer speelt James-Douglas tegen een onzichtbare medespeler dat hij een vriend tegenkomt met een klein kind. Er ontrolt zich een helft van een dialoog. Maar het leidt af van de dans en de dialoog komt niet lekker van de grond omdat er geen interactie is. Het gesprek is ook te anekdotisch. Zo krijgen de dans noch het acteren een kans om zich echt te ontwikkelen.
Er blijft weinig zelf in te vullen voor de kijker, weinig vrij te associëren, op een paar stillere tussenscènes na waarin de drie wel puur fysiek een ‘family unit’ op de vloer zetten: een trio dat met lyrische lange armbewegingen en vloeiende stappen door de dagen danst. Ook de terugkerende momenten waarop ze spelen dat een familiefoto wordt gemaakt vangen het verloop van de tijd met het poppend en trillend neerzijgen van het vaderlijf als duidelijk teken van de tijd. Dat had best zonder gespeelde teksten als ‘come on, just take the picture now’ gemogen.
De muziek onderstreept de emotie op de vloer steeds sterk. Die laag komt dan nog eens bovenop de dubbele spel-danslaag. Er is kinderspeelgoed dat weemoedig wordt geknuffeld en in frustratie wordt weggegooid wanneer de meiden zijn uitgevlogen. En dan is er ook nog gesproken tekst op band – al in de eerste scène klinkt de boodschap ‘I’m pregnant’ over de speakers. Tegen het einde volgt een lang stuk spoken word, een poëtische tekst over de onzekerheden en vragen die het vaderschap oproept, ritmisch en haast hypnotiserend ingesproken. Het is erg jammer dat dit deel ook wordt ingevuld met dans en spel waarin dezelfde twijfels en emoties opnieuw worden getoond.
Het is gaandeweg de voorstelling alsof je een te groot stuk van een machtige taart zit weg te werken. Zoiets gaat tegenstaan. Met het weggegooide speelgoed en James-Douglas als vader die zijn schouders laat hangen laat het stuk je achter in een mineurstemming.
Foto: The Other Richard