Ze hebben niks om zich achter te verschuilen. Geen decorstukken, rekwisieten of coulissen, alleen die grote witte studioruimte in Huis Conny Janssen Danst op Katendrecht in Rotterdam, met een bescheiden arsenaal aan theaterlicht. Maar de (goeddeels) jonge gastchoreografen hebben wel de gretige dansers van het gezelschap om een kort dansstuk mee te maken, van tussen de vijftien en twintig minuten. (meer…)
Nu de talentontwikkeling onder vuur ligt, is het goed om te zien hoe gevestigde groepen hun verantwoordelijkheid nemen en er serieus werk van maken om hun mogelijke opvolgers te coachen. Conny Janssen heeft gewerkt met drie aankomende choreografen die hun resultaten presenteren in Danslokaal 2. Daarbij zijn ook Leo Spreksel van Korzo en Kristin de Groot van Dansateliers betrokken. Conny Janssen Danst leverde de dansers.
Aziatische vechtsport is bijna al een dans op zich. In Hand to hand komen Stein Fluijt en Olive Lopez op in judopakken. Ze doorlopen de uitgebreide rituelen van groeten, buigen en knielen en beginnen dan aan een gestileerd gevecht. Hier staan een man en een vrouw tegenover elkaar op de mat, en wat we al een tijdje vermoedden, gebeurt inderdaad: vechten gaat uiteindelijk over in vrijen, aangemoedigd door een vette wals uit het ijzeren balletrepertoire. Hij blijft in de plooi, op haar gezicht is de ontwikkeling van de gebeurtenissen af te lezen, van geconcentreerd via fanatiek tot verliefd. Het idee van de Catalaanse Roser López Espinosa is wat beperkt voor de bijna twintig minuten choreografie, maar de twee dansers voeren het goed uit. Zij kreeg haar opleiding bij de Amsterdamse Theaterschool en werkt nu onder de vleugels van Dansateliers in Rotterdam.
Zo helder als de bijdrage van López Espinosa is, zo duister is die van Davide Belotta. Het is niet mis wat de Conny Janssen-danser allemaal overhoop wil halen. In de proloog gaat het om “De emotie die losbarst wanneer we bewust besluiten een herinnering te onthullen en eindigt wanneer we beginnen herinneringen te delen.” In een soort studentenkamer zien we een man en een vrouw staan als een roerloos kussend beeld. Een vrouw in wit nachtgewaad wankelt met de haren voor het gezicht gekweld en spastisch gespannen door de ruimte. De sfeer deed me denken aan een negentiende-eeuwse Engelse roman met een krankzinnige afgewezen vrouw.
De toelichting bij Chapter I – Dinner vraagt onder meer “Beïnvloedt de wijze waarop we ons gebeurtenissen herinneren wie we zijn en wat we worden?” Wat we zien is een relatiecrisis met herhaalde clichématige teksten, een nerveus pratende blote dame bij het raam en een kind dat de tv uitzet en zelfmoord pleegt. Dan staan de man en vrouw weer bevroren te zoenen. Belotta maakt eerder mime met veel tekst of een onheilszwangere surrealistische performance dan dans. Hij wil veel te veel in twintig minuten. En dan heet zijn stuk ook nog re MEM b.e.r. (by escaping reality).
Fris is de bijdrage van Korzo-choreograaf Shailesh Bahoran, die zich ontwikkelde in het hiphopcircuit en onder meer bij Ish danste. Zijn Conversation is een studie in contrasten. De zes dansers reageren eerst heel direct op elkaar: met hoekige armen en benen maken ze samen schonkige tableaux vivants door de ruimte. Daarna mondt een pas de deux uit in een getergde en gespannen solo. Als ademende zeeanemonen brengt de groep de rust terug om na een mooie lyrisch vloeiende passage samen af te sluiten als een gemeenschappelijke machine.
Bahoran levert het beste stuk van de avond, dat ook nog uitstekend gedanst wordt door dansers en stagiairs. Hij verloochent zijn urban roots niet, maar zet ook flinke stappen verder.
De grote diversiteit maakt van Danslokaal 2 een levendige en interessante avond, voor choreografen, dansers in verschillende ontwikkelingsstadia en publiek. Daar blijkt een kijker geen drie topstukken voor nodig te hebben; nieuwsgierigheid is genoeg.
(Danslokaal 2 – Shailesh Bahoran – Conny Janssen Danst, foto: Leo van Velzen)