We zitten met een paar handenvol publiek in een soort kale loods, maar Roi Soleil staat er in zijn glimmende zilveren jasje bij alsof het de Ziggo Dome is. Hij spreekt het publiek toe in een mix van Frans en Engels. ‘My chère Rotterdam! Yesterday I was in Tokyo, but now I am here.’ Hij droomt van een wereld vol glitter, glamour en joelende fans, en je wilt direct met hem mee. (meer…)
Het zal geen verwondering wekken dat het Maastrichtse jeugddansgezelschap Sally voor drie van de vijf korte dansstukken waarmee ze met Danslab #1 On Tour rondreizen langs scholen en theaters, thema’s hebben gekozen die te maken hebben met de presentatie van je eigen persoon, je optreden, zeg maar: je performance. Twee solo’s (Mask van Roshanak Morrowatian en My Body, My Instrument van Jennifer Romen) en een duet (Offline van Thirza Riphagen) tonen verschillende aspecten van dit gegeven, dat voor de beoogde leeftijdsgroep van vitaal belang is in deze tijden, waarin performance en performing zo’n wezenlijk onderdeel van het bestaan in is gaan nemen.
In Offline, waarmee de voorstelling opent, wordt een uitgelaten spel gespeeld met de smartphone door middel van selfies en directe videobeelden die op een manshoog scherm worden geprojecteerd. De twee dansers gaan helemaal op in hun vrolijke spel tot aan het eind een kritische noot dat spel bederft: ze hebben zich online laten gaan zonder zich te realiseren wat de gevolgen kunnen zijn.
Voor Mask gaat de danser geheel gekleed in een zilverkleurig pak, en is ook zijn gezicht bedekt met een laag zilver. Hij toont openlijk zijn maskers aan de zaal en volgens de choreograaf laat hij daarmee juist zijn donkere kant zien. My body, My Instrument is een virtuoze solo waarin de danser veel indruk maakt bij het jeugdige publiek met haar spectaculaire isolatietechniek. Zij heeft met deze demonstraties wereldwijd veel succes, zoals bleek uit haar inleiding: elk onderdeel van de avond wordt voorafgegaan door een kort filmpje, waarin de choreograaf zelf het onderdeel toelicht.
Het tweede duet van de avond, Tunnel Vision van Justin de Jager wordt voorafgegaan door een gefilmde woordloze scène waarin de choreograaf het principe van ’threading’ fantasievol en verrassend toepast in een choreografie van en met zijn eigen handen. Het daarop volgende duet blijft (te) lang in een soort duisternis hangen waardoor het principe van threading als middel tot harmonieus samenzijn te laat tot bloei komt.
De avond wordt besloten met een ensemble waar alle vijf dansers samen te zien zijn. Kubus, de tweede choreografie van Thirza Riphagen deze avond, is vooral in de tweede helft een intrigerend abstract onderzoek naar ruimte, tijd en beweging. De eerste helft lijkt nog te zoeken naar hoe de lichamen van de dansers zich verhouden tot de kubus, maar gaandeweg verwordt het frame dat de kubus vormt tot een verbindend element tussen de dansers, en ontstaat een organisch voortbewegende eenheid. Het zou me niet verwonderen als dit in de toekomst de aanzet zal blijken tot een langer werk.
De vormgeving van dit danslab is geconcipieerd als een open studio-ruimte, passend bij de context. Alle zwarte gordijnen die standaard in het lijsttoneel hangen zijn verwijderd, licht en techniek zijn volledig zichtbaar, en de dansers blijven op toneel, ook als ze niet in de betreffende choreografie meedansen. Dit laatste element had gedetailleerder uitgewerkt kunnen worden. In Mask bijvoorbeeld had dat tot een interessante extra dimensie kunnen leiden. Als de geprogrammeerde schoolvoorstellingen plaatsvinden in vlakkevloerzalen, zal dat de impact van de voorstelling ten goede komen. Zeker voor wat betreft het afsluitende onderdeel, waar de zaal, verdeeld in vier verschillende groepen, onder begeleiding een korte choreografie uitvoert zonder van hun plaats in de zaal te komen.
Foto Offline: Thomas Langens