Het publiek aan het dansen krijgen. Nergens is dat zo moeilijk als op een Nederlands dansfestival, lijkt het. In The Dancing Public danst en rapt choreograaf Mette Ingvartsen de sterren van de hemel, maar haar toeschouwers blijven in een toeschouwende mood, en durven zich pas na de voorstelling enigszins te laten gaan. (meer…)
De Koreaanse dansvoorstelling Dancing Grandmothers begint in stilte. Op een reusachtig videoscherm glijden beelden voorbij van het landschap, de stad, akkers, bergen. Er is niets te horen. Een danseres komt op en zet voorzichtige passen, naar voren, achteruit, met de punt van haar tenen de vloer aftastend. Zij is Eun-Me Ahn, choreograaf van haar eigen Eun-Me Ahn Company. Na haar optreden komen van alle kanten, tussen de sneeuwwitte coulissedoeken door, danseressen op, allemaal ver in de zeventig of nog ouder. Dat zijn de ‘grannies’, ongeoefende danseressen, die Ahn heeft uitgenodigd tot dansen in haar gezelschap.
De voorstelling valt in onderdelen uiteen, en biedt aan het slot toch een verrassende eenheid. De drukke filmbeelden verdwijnen en daarna begint een harmonische groepsdans van de gerijpte danseres. Het is geen artistieke dans die we zien, geen ingewikkelde movementen, maar eerder blije dansbewegingen, prachtig uitgelicht. Zonder een ingestudeerde en strakke choreografie krijgt deze dans een grote mate van onbezorgdheid. Dat beklemtoont het middendeel van de uitvoering, in Nederland gebracht door Holland Dance Festival en de Stadsschouwburg Amsterdam.
Op hetzelfde reusachtige filmdoek verschijnen aarzelend dansende vrouwen, gefilmd door de choreograaf. Op haar verzoek danst een marktvrouw, winkelvrouw, een vrouw aan het strand, aan zee, langs de weg, op een rijstveld. Het zijn persoonlijke dansen, soms uitbundig, vaak ook met eenvoudige passen van de ene op de andere voet. Het bijzondere is dat deze gefilmde dans zonder muziek is, alles gebeurt in stilte. Vaak staat er een echtgenoot naast die van al dat gedans niets moet hebben; in een enkel geval danst wel de man en niet de vrouw. Soms zijn de vrouwen verlegen, en dat levert de mooiste beelden op.
Daarna breekt wervelende dans los, niet alleen van de gerijpte danseressen, ook van jongere dansers en danseressen. Hier toont zich de school van Eun-Me Ahn: een combinatie van uitbundige, strak geleide choreografie met ongeschoolde uitvoerenden. De voorstelling wordt aangeprezen als een ‘feelgood-dans’, en dat is het precies. Dansen maakt gelukkig, staat er opeens met grote verlichte letters op de achterwand.
Aan het slot verschijnen er glitterbollen, zoals in discotheken. Dat geeft helemaal een sfeer van uitbundigheid en – ik kan het niet anders zeggen – pure blijheid. Soms is die blijheid wel erg blij, maar dan komt er een afwisseling van krachtige acrobatische dans door de jongere generatie. Na het applaus nodigt Eun-Me Ahn de toeschouwers uit op het podium mee te dansen, en daaraan wordt groots gehoor gegeven. Het podium verandert in een groots dansfestijn.
Foto: Josang