Stel dat je met zijn drieën één lichaam zou vormen; welke bewegingsmogelijkheden zijn er dan? Dat lijkt het uitgangspunt voor de voorstelling CONCRETE. Met drie hoofden, rompen die soepel scharnieren en zes armen en benen rollen de performers als een perpetuum mobile over de vloer. (meer…)
In Cyrrealism slaat Fenja Barteldres een plezierige verwonderde toon aan, terwijl ze de mogelijkheden en onmogelijkheden van haar circustoestel verkent.
Het Cyr-wiel is een acrobatisch apparaat dat bestaat uit een enkele grote ring van aluminium of staal met een diameter die ongeveer 10 tot 15 cm groter is dan de artiest. Aldus Wikipedia, waar we verder kunnen lezen dat het toestel in zijn huidige vorm aan het eind van de vorige eeuw is ontwikkeld door een Canadese pionier van het moderne circus, Daniel Cyr. Wat de internetencyclopedie dan weer niet vertelt: de drie tot vijf delen waaruit de hoepel is samengesteld moeten stevig aan elkaar worden geschroefd. Daar komt Fenja Barteldres al vrij snel achter nadat ze het podium is opgedraaid. Eerst komt er alleen maar één deel los, wat de acrobate probeert op te lossen door het wiel dan maar bij de aansluiting vast te grijpen tijdens het roteren. Als dat ook niet meer helpt verandert de perfecte cirkel al snel in een onhandelbare sliert spaghetti.
Barteldres laat de desintegratie van haar toestel gelaten over zich heen komen en probeert er het beste van te maken. Als ze dan niet kan ronddraaien in haar hoepel probeert ze het ding maar te gebruiken als een – best wel wiebelige – evenwichtsbalk. Ook doet ze een dappere poging om losse onderdelen van twee hoepels tegelijkertijd in schommelbeweging te brengen, zoals een jongleur borden op stokjes draaiend probeert te houden. Fraai zijn ook enkele constructies, waarin de wankelende boogdelen toch in een schijnbaar onmogelijke staat van evenwicht komen. Een van de aldus gecreëerde beelden deed mij denken aan het primitieve mensfiguurtje dat de Einstürzende Neubauten gebruiken als logo.
Regelmatig kijkt de acrobate het publiek in met een uitgestreken gezicht, met een blik van wat heb ik nou aan mijn Cyr-wiel hangen? Het droogkomische karakter van het inventieve gehannes met hoepeldelen wordt ondersteund door Flavia Escartin, die met cello, een looping station en haar ranke stem steeds weer een andere sfeer weet op te roepen: van krassende chaos tot engelachtig harmonisch. Hoewel de titel surrealistische toestanden belooft doet het ingenieuze gehannes met metalen bogen eerder denken aan geluidloze slapstickfilms en cartoons: Cyrtoonish was wellicht een toepasselijkere titel geweest.
Tussen de bedrijven door verandert het blauwe kostuum van de acrobate op vernuftige wiijze van snit en zelfs van kleur. Erg handig is het feit dat de knopen van het kledingstuk schroeven blijken te zijn. Tegen het eind van de voorstelling komen deze erg van pas, in combinatie met de inbussleutel die Barteldres gebruikt om haar haar op te steken. Na enig geknutsel kan de acrobate eindelijk virtuoos over het podium zwieren zoals Daniel Cyr het ooit bedoeld heeft. De moraal van dit onderhoudende verhaal zal niet alleen liefhebbers van het nieuwe circus aanspreken, maar ook doehetzelvers: succes valt of staat met het juiste gereedschap.
Foto’s: Manon Verplancke