Het Orkest van de Achttiende Eeuw staat in het midden van het podium opgesteld. De musici hebben dagelijkse kleding aan. Om het orkest heen en middenin zijn er gangpaden waarover de zes zangers in uitzinnige kleding rondlopen. Allemaal blijven ze voortdurend op het podium. (meer…)
‘Dat verbeeldt vast de chaos van het bestaan’, fluisterde mijn buurvrouw bij het zien van de uitdragerij aan rommel en vuilnis die het toneelbeeld bepaalde bij Così fan tutte van de Nederlandse Reisopera. Ik knikte haar vriendelijk toe en dacht er het mijne van. Je moet toch wat als je geen budget hebt.
Maar eerlijk gezegd had regisseur Xander Straat wat mij betreft gewoon een greep in de kist met traditionele kostuums mogen doen. Wat is er in hemelsnaam tegen een mooie, traditionele Così, zonder modernistische toeters en bellen en post-feministisch gezever? Gewoon zo’n Così waar Fiordiligi en Dorabella nog in traditionele achttiende eeuwse jurken rondlopen en het decor bestaat uit een koffiehuis en een tuin bij de zee. Zo’n historische Così is tegenwoordig bijna een daad van modernisme. Het had voor deze productie in elk geval beter uitgepakt, want nu gaapte er een levensgrote kloof tussen de muzikale en de scenische kwaliteit.
Muzikaal biedt de Reisopera een productie van zeer behoorlijk niveau. De ensemblezang (niet onbelangrijk in dit werk ) is uitstekend en ook solistisch zijn de prestaties van onder meer Shantelle Przybylo (Fiordiligi), Anna Traub (Dorabella), Nicolas Crawley (Guglielmo) en Yaroslav Abaimov (Ferrando) uitstekend. Voeg daarbij de twee mooie karakterrollen van Nina Lejderman (Despina) en Robert Davies (Don Alfonso) en je hebt een cast waarmee je je kunt vertonen.
Ook wat er in de orkestbak gebeurde was lang niet slecht. De jonge Nederlandse dirigent Arnoud Oosterbaan debuteerde in 2012 met Mozarts Le Nozze di Figaro bij het Nederlands Symfonie Orkest en met deze Così, bij het Orkest van het Oosten, bewees hij wederom zijn Fingerspitzengefühl voor Mozarts muziek. Al ging het hier en daar wel eens goed mis en nam hij regelmatig de tempi (ouverture) zo snel dat er voor details weinig ruimte overbleef. De energieke aanpak van het orkest stond echter in schril contrast met wat er op het podium gebeurde. De karakters bleven vlak en onuitgewerkt, het toneelbeeld was statisch en weinig verrassend en de overdaad aan verkleedpartijen maakte het er allemaal niet beter op. Nee, wat de regie betreft is deze Così fan tutte, die de landelijke première in Koninklijk Theater Carré beleefde, een typisch geval van teveel aan pretenties en te weinig vakmanschap. De Reisopera kan beter!
Foto: Marco Borggreve
Omdat ik overweeg de uitvoerin van Don Giovanni bij te wonen, heb ik even gezocht naar een recensie. Die was er nog niet. Wél een resensie van Cosi fan tutte, die ik vorig jaar bezocht en waar ik me van het begin tot het eind (net als alle mensen, die ik in de pauze sprak) he geërgerd aan de “rotzooi” op het toneel (plastic snippers, die volkomen los van de verhaallijn over de zangers werden uitgestort, z.g. eigentijdse costuums, decorstukken, die nergens op sloegen). De recensie van Marco Borggreve was mij dan ook uit het hart gegrepen.
Als Don Giovanni een zelfde soort enscenering heeft, luister ik liever thuis naar een cd. Hoe kom ik er achter wat de enscenering bij Don Giovanni is? Vriendelijke groet,
Beste Hermen, bedoelt u Don Giovanni van de Nederlandse Reisopera? Die gaat pas 4 maart in première. Recensie komt snel daarna. De auteur van bovenstaande recensie is overigens Oswin Schneeweisz. Borggreve maakte de foto :)