In deze tijden voor en na de datum van 1 juli wordt veel gesproken over die onmenselijke Hollandse slavernij, over de gevolgen en doorwerking ervan vandaag. Waar niet of nauwelijks over gesproken wordt, maar ook een feit is, is dat die Hollandse slavernij veel mensen met verschillende culturen bij elkaar bracht. En mens eigen gaan die culturen elkaar beïnvloeden en banen fusies zich in allerlei wegen tot in hedendaagse kunstvormen. Het wordt ook weleens creolisering genoemd, waarbij in een wisselwerking tussen culturen een nieuwe cultuur ontstaat. De dansvoorstelling Corpus Criolla van de op Curaçao geboren en getogen Faizah Grootens is daar een levende creatie van.

De muziek van Neldrick Martis leidt de één uur durende voorstelling. Je hoort invloeden van Europese klassieke muziek en de Curaçaose wals. Later ontwaar je de veel ritmischere muziek van de tot slaaf gemaakten, de tambú en de seù, een duidelijk Afrikaanse invloed. Kenmerkende geluiden zijn de ritmes van een koebel en een tjapi, een ijzeren schoffel. Vooral het unieke geluid van het snaarinstrument de benta, dat een duizenden jaar oude historie in Afrika heeft, houd je bij de leest, alsof met dat geluid iets wordt aangekondigd. Tegen het eind beland je in meer moderne muziekvormen, ook in de dans. Op enkele momenten begeleiden teksten van verzet van wijlen Curaçaos nationale dichter Pierre Lauffer de dansers

De muziek mag leiden, maar de dansers dragen het geheel een uur lang met een intensiteit die je gevangenhoudt van begin tot eind. Het is een voorstelling van het lichaam op hoog niveau. Choreografieën geïnspireerd op dansstijlen als de Curaçaose wals, de tambú en de seù wisselen elkaar moeiteloos af naar meer modernere dansvormen, waarbij veel van het lichaam en de concentratie van de vijf dansers (waar onder Faizah Grootens zelf) wordt geëist.

Grappig zijn ook enkele scènes die de draak steken met de stereotype beeldvorming over gecreoliseerde dansvormen. In haar voorbereiding heeft Grootens de meest uiteenlopend Curaçaoënaars op straat bestudeerd in hun bewegingen, houding en gezichtsuitdrukking. Dit diende als inspiratie bij haar choreografie. Voor degenen die Curaçao en de Curaçaoënaars kennen levert dat een enorm herkenning op, voor de buitenstaander is het zeker een intrigerende en boeiende belevenis. Bij dit alles voel je constant een bepaalde spiritualiteit op de achtergrond.

Er zitten veel meer lagen in deze voorstelling, die je als publiek kunnen ontgaan. Zoals bijvoorbeeld de gele podiumvloer die symbool staat voor de gele vloeren van de kerken in Curaçao. Maar dat kun je allemaal vragen in een nagesprek met een gepassioneerde en enthousiaste Grootens en producente Ayra Kip van de Kip Republic.

In dit nagesprek bedankte ik hen als volgt: ‘Bedankt voor een fascinerend en intrigerende voorstelling. En bedankt dat je de onderbelichte complexiteit van de Nederlandse geschiedenis in je kunst en in haar schoonheid voor het voetlicht brengt. Die plek verdien jij, de vele andere kunstenaars als jou en de Nederlandse theaterwereld.’

Foto: Sjoerd Derine