Jip Vuik en Luc de Groen bespreken de voorstelling Continenten van Mart van Berckel bij de Nieuwe Oost, gezien op 2 oktober in Theater aan de Rijn in Arnhem. Klik hier voor meer informatie over de voorstelling en de makers.
In het woordloze Continenten toont Mart van Berckel de langzame, zelfgekozen ondergang van een echtpaar. De maker rekt zijn interessante materiaal echter veel te lang uit, waardoor verveling de overhand krijgt.
In een doorsnee huiskamer – tafel, twee stoelen, plant, aquarium – zitten een man en een vrouw naast elkaar. Ze kijken naar de muur en houden elkaars handen vast. Het is een mysterieus beeld – wachten ze ergens op? Aan het einde van Continenten keert het beeld terug, maar tot die tijd reconstrueert theatermaker Mart van Berckel minutieus de aanleiding van de situatie.
Continenten is een volledig woordeloze hervertelling van Der siebente Kontinent, de debuutfilm van Michael Haneke. In die film volgen we een gezin (vader, moeder, dochter van een jaar of zeven) dat ten onder gaat aan een niet nader verklaarde existentiële malaise. Van Berckel volgt zijn inspiratiebron eigenlijk vrij nauwgezet, hoewel hij de kinderrol en alle dialogen achterwege laat.
Helaas levert dat een voorstelling op die de beklemming van Hanekes film vooral via de buitenkant benadert. Van het onderliggende sociaal-maatschappelijke commentaar is in de versie van Van Berckel niets terug te vinden, omdat hij überhaupt niet naar de buitenwereld verwijst. Daarnaast leunt de voorstelling veel te veel op de constant aanwezige soundscape van Mauro Casarini, die de dreiging op opdringerige en kunstmatige wijze in stand houdt.
Nog veel meer dan aan de films van Haneke doet Continenten aan het werk van Boogaerdt/Vanderschoot denken. De voorstelling volgt dezelfde structuur als hun recente voorstelling Headroom: we zien een beeld, het licht gaat uit, we zien het volgende beeld. Bovendien hebben de spelers (Merel Severs en Freek Nieuwdorp) net als in Headroom van begin tot eind maskers op. Het probleem met deze sterke overeenkomst is dat Van Berckel te weinig een eigen stijl laat zien ten opzichte van zijn inspiratiemateriaal, en vanwege de concretere, narratievere insteek een minder rijke belevingswereld weet op te wekken.
Dat de vergelijking met ervaren makers zich zo opdringt is zonde, want Van Berckel weet binnen de onoriginele structuur wel degelijk beelden te maken die tot de verbeelding spreken. In de eerste helft van de voorstelling zet hij vooral een sterk gevoel van sleur neer, herhalende activiteiten die de wanhopige verveling van de personages goed weten te treffen. En ook in de zelfdestructiemarathon van de tweede helft zijn er genoeg goede vondsten om de vervreemding niet te voorspelbaar te laten worden.
Het probleem is echter dat er voor iedere sterke miniscène een minder geslaagd beeld is, dat te veel in herhaling valt of eenvoudigweg niet scherp genoeg is om op zichzelf te staan. Door de stop-start-dramaturgie krijgt ieder individueel beeld de status van een minischilderij en grofweg de helft van de beelden heeft niet genoeg kwaliteit om die focus te kunnen dragen. Continenten toont het talent van een spannende visuele maker, maar ook diens weigering om zijn darlings te killen.
Foto: Erik Franssen