Hij heet Roland en zij Marianne; ze ontmoeten elkaar bij een barbecue. Meteen na de eerste gewisselde blik is de verliefdheid er, zoals dat gaat, een combinatie van innerlijke trilling en schoorvoetende verlegenheid. En dan, scène twee, ze ontmoeten elkaar nog eens, opnieuw bij een barbecue, maar nu is het anders: Roland zegt nu niet dat hij een partner heeft, maar een ex. (meer…)
Secuur en heel precies. Zoals een wetenschapper te werk gaat. Zo laat Wang Chongs regie van Nick Payne’s stuk Constellations zich het best omschrijven. Een logische aanpak wellicht voor een stuk waarin een der beide protagonisten een theoretische natuurkundige is die gespecialiseerd is in de snaartheorie, maar het maakt de voorstelling ook wat bloedeloos. Hoe aangrijpend het liefdesverhaal tussen de fysica en de bijenhouder ook is.
Wetenschapster Liu Mei en imker Du Lei ontmoeten elkaar bij toeval op een barbecue. De chemie is vanaf de eerste seconde voelbaar. En zoals dat gaat, begint de toenadering schoorvoetend, met een praatje over koetjes en kalfjes. Voor een wetenschapster is dat nog niet zo eenvoudig, blijkt. Of hij wel weet dat het onmogelijk is om de punten van je ellebogen te likken? ‘Ze bevatten het geheim tot onsterfelijkheid dus als je ze zou kunnen likken, bestaat de kans dat je eeuwig zou leven. En dan zou er chaos zijn. Want je kan niet zomaar doorgaan met leven en leven en leven.’ Dat de chaos er niet minder om is als je wel sterft, die wijsheid laat ze bewust of onbewust buiten beschouwing.
Deze scène, net als alle volgende, herhaalt zich een aantal malen, telkens met een iets ander verloop. Want, zo legt Liu Mei uit, ‘we maken deel uit van een multiversum waarin verschillende uitkomsten naast elkaar kunnen bestaan’. Het stuk is geconstrueerd naar deze aanname.
Zo volgen we stapsgewijs het verloop van de relatie. De eerste date na de barbecue, de verwijdering na een overspel, de nieuwe ontmoeting, het aanzoek. En telkens, in de herhaling, met een ander verloop. De ene keer met woede, in een tweede versie met vertwijfeling of humor. De hele voorstelling wordt doorsneden met een herhaalde scène die een vooraankondiging is van het tragische einde: bij Liu Mei is een hersentumor geconstateerd.
Wang Chong laat het stuk zich afspelen op een grote, witte cirkel omgeven door camera’s – zijn handelsmerk. De twaalf camera’s zijn op regelmatige afstand van elkaar opgesteld zodat het beeld van een uurwerk ontstaat. In het midden van de cirkel bevindt zich een hamster in een plexiglazen kooitje, met een molentje. De symboliek ligt er allemaal nogal dik bovenop, kortom. En om het beeld van de parallelle universen te onderstrepen laat Wang Chong af en toe een sterrenhemel projecteren op de witte vloer. Het is allemaal iets te veel van het goede.
Dat Constellations toch een behoorlijk aangrijpende voorstelling is geworden, is te danken aan de twee voortreffelijke acteurs. Ze spelen elke scène telkens vlak voor een van de twaalf camera’s en worden in close-up geprojecteerd op een groot scherm. Elk spiertje zie je trillen, elke oogopslag wordt geregistreerd. Over de tekstbehandeling durf ik niks te zeggen (de voorstelling wordt gespeeld in het Mandarijn), maar mijn ogen en oren bleven gehaakt aan dit zinsbegoochelende spel met de wetten der natuur.