Hoe studeer je af in tijden van corona? De Amsterdamse Academie voor Theater en Dans vond er een goede vorm voor. De uitzwaaiers worden in beeld gebracht in het online festival re-CONNECT. In het tweede weekend van dit ‘festival’ de gemonteerde registraties van de afzwaaiende regisseurs. Sommigen van hen moesten de plannen aanpassen aan de nieuwe realiteit; geen grote groepswerken, geen locatievoorstellingen. (meer…)
Als ik na de voorstelling naar huis rijd, staat de radio op. Het is een nabeschouwing over de betekenis van kunstpaus Jan Hoet voor de kunsten. Een van zijn criteria om kwaliteit te omschrijven is dat je de noodzaak, de artistieke noodzaak om het kunstwerk te maken moet voelen in dat werk. Daarmee ben ik het volledig mee eens. Het criterium werkt ook in omgekeerde zin. Want die artistieke noodzaak, die ik wel in eerdere dansproducties van Erik Kaiel merkte, mis ik nu totaal in zijn nieuwste werk. Vorig jaar was zijn O Snap een knaller van een opening op het Krokusfestival, zijn nieuwste productie was op deze editie van het festival een afknapper.
Vorig jaren raakte Erik Kaiel jong en oud met zijn No man is an island en met zijn Murakamification. Dansers van ARCH 8 hingen in lantaarnpalen, rolden over straat, verschenen vanachter reclamepanelen. De stad ging er anders uitzien. Realistisch maar ook – zoals in het werk van Murakami – surrealistisch. O snap werd gekwalificeerd als een ‘verpletterende zoektocht naar identiteit’ (zie archief). Hoe oppervlakkig en kitscherig is daarmee vergeleken Verbind de punten! geworden. Het is een afzakken naar goedkoop entertainment. Zo simpel, zo cliché, zo flets op alle vlakken.
Twee meisjes dansen en stappen over rondjes. Het zijn vriendinnen die ronddraaien over op de vloer geprojecteerde witte cirkels. Wat verderop ligt iemand, alleen. De twee houden de handen in elkaar, de derde persoon ontwaakt uit haar cirkel, ze beweegt als een spastische robot. Het lijkt wel een op hol geslagen Duracel-konijntje. Ze zoekt contact met de twee, maar die wijzen haar af. En ach ja, de drie vinden elkaar dan toch, ze dansen samen, de vloer kleurt als kleffe snoep. Ze gaan picknicken, ze plagen elkaar (en pesten het publiek met vreselijke mime!), het wordt ruzie, maar op het einde komt toch alles goed.
Dat rechtlijnig verhaaltje wordt nog erger door de irritante klanken van veredelde muzak. Je kunt niet zeggen dat er geen bewegingsenergie in deze productie zit, maar het is een energie die niet overkomt. De magie van vorige producties ontbreekt compleet. Is deze productie een gevolg van de bezuinigingen in Nederland? Een kinderhand is snel gevuld, lijkt het motto van deze knieval naar het kinderpubliek. Schotel de kindjes wat hapklare dansbrokjes voor en de kassa kan rinkelen.
Waar is de Erik Kaiel van de vorige edities? Gelukkig waren The 100hands uit Nederland in Hasselt. Van hen wordt gezegd dat ze inspiratie hebben gevonden bij Kaiel. Maar het zijn geen epigonen, ze geven een eigen kracht en wending aan hun dans. In de kleine performances op het festival straalden ze al, en ook in de bus naar de fabrieksruimten van een oude drukkerij. Daar spetterden de bewegingen van de twee dansers en de danseres als een explosieve bom uit elkaar. Hun acrobatische toeren, hun dansen tussen het publiek, hun zwierende lichamen over de betonnen vloer en door de ruimte, dat alles liet als etsnaalden sporen na. Wat een aanstekelijke energie, wat een imponerende vertoning, wat een treffende eigenheid! Hopelijk weten zij zich als persoonlijkheden te handhaven, blijven ze hun eigen artistieke eieren leggen, en verlagen zij zich niet tot de commerciële platvloersheid van ARCH8.
Foto: Andreas Enderman