Voordat de voorstelling begint, verschijnt ze zelf kort op scène, haar accent verraadt een internationale carrière. Anouk van Dijk is natuurlijk geen onbekende op de Nederlandse Dansdagen. (meer…)
Common emotions is een verwarrende voorstelling, waarin de Israëlische choreograaf Yasmeen Godder haar publiek op vriendelijke wijze probeert te ontregelen. Ze onderzoekt de collectieve emotie in een participatieve voorstelling die op twee benen hinkt. Enerzijds wordt een spel met het publiek gespeeld, anderzijds illustreert een receptief deel het thema nog een keer.
Op de achtergrond hangt een web van gekleurde linten, ritssluitingen lijken het. Zes dansers, gekleed in gemakkelijk zittende shirts en broeken, lijken zo uit de dansstudio te komen. Opgesteld in de ruimte kijken ze voor zich uit, dan start een ritueel van unisono-bewegingen. Als een van de dansers een aantal linten optrekt, komt een wand van kleurige verweven kledingstukken tevoorschijn, op sommige plekken kunnen we er doorheen kijken. Dan spreekt onverwacht een van de dansers ons toe. We krijgen instructies om mee te doen. Steeds als een van de dansers naast het doek staat, mogen we op het toneel komen om mee te gaan naar de ruimte achter het doek. Daar zullen we weer nieuwe instructies krijgen.
Godders dansvocabulaire is altijd verweven met contactimprovisatie- en release-technieken. Het is subtiel en zacht, maar ook geladen. Altijd put ze uit het emotionele reservoir van haar dansers met wie ze hechte en lange relaties opbouwt. Het collectieve onderzoek met hen telt. Haar research is doorgaans intensief en lang. Common emotions kom voort uit een langdurig project met Parkinson-patiënten. Iets van de fysieke en emotionele rollercoaster waarin die patiënten terechtkomen krijgen we mee in het uur dat Godder en haar dansers ons aan de hand – soms letterlijk zelfs – meenemen.
Bovenop de aanvankelijk droge bewegingen legt Godder vrij onverwacht muziek van Gustav Holts en Richard Strauss. Die muziek geeft de bewegingscyclus onmiddellijk een dramatisch tintje. Het is een duidelijke keuze in de dramaturgische lijn van de voorstelling. In toenemende mate tekent het drama zich af in het bewegingsmateriaal. Uitgepuurde bewegingen van armen en handen worden ingevuld met emotie en de daarbij horende gezichtsuitdrukkingen. Tot tegen het eind van de voorstelling de dansers hardop huilend en hun tongen uitstekend als een stelletje malloten over elkaar heen buitelen.
Tussen die ontwikkelingen door verweeft Godder een participatief ritueel, waarin plukjes publiek met een danser achter het doek verdwijnen om aldaar of soms ook voor op het toneel een opdracht uit te voeren. Er is wat verzet bij de overwegend professionele bezoekers tijdens de eerste avond van SPRING in autumn in de Utrechtse Stadsschouwburg. Een groep participeert graag en gewillig, een andere groep toeschouwers heeft meer tegenzin. Soms zien we duidelijk de uitkomst van de opdracht, die achter het kleurige doek met gaten wordt gegeven. Soms niet omdat het tafereel zich achter dat doek afspeelt en zo weet Godder hier wel te refereren aan dat wat Parkinson patiënten meemaken. We kunnen niet alles volgen.
Desoriëntatie, verstijving, emotionele disbalans. Heel subtiel en slim speelt Godder met het gegeven van de ziekte. Ook in de opdrachten naar haar toeschouwers. Zo trek ik achter het doek de ledematen uit elkaar van een danser die zich krampachtig heeft opgerold. Een opdracht die zich met een andere groep herhaalt voor het doek. Ontroerend is het moment waarop diezelfde opgerolde danser later in de voorstelling in de schoot van een toeschouwer wordt gelegd. Maar de voorstelling irriteert soms ook. Waarom zitten we in een tribune als het concept interactief is bijvoorbeeld? Het creëert ongemak, een ongemak waar Godder natuurlijk ook bewust naar op zoek is.
Een danser trekt iets over zijn hoofd, een ander verdwijnt in een kleed waaraan een merkwaardige hand is geborduurd. Visueel gebeurt er in Common emotions ook vanalles met de aaneengeregen fel gekleurde kledingstukken van de wand. Een ontwerp van Gili Avisar. Een spookjeswereld duikt op, vriendelijk dankzij de kleuren maar ook wel naargeestig. Het schouwspel transformeert ten slotte in een folkloristisch dansritueel waarin de uiteen gevallen groep dansers weer samenkomt. In een zeer intiem participatief laatste deel drijft Godder – die ook meedanst – dat samenzijn nog eens op de spits, ook tussen het publiek onderling. Bijna te genant voor woorden, maar het lukt haar. Toeschouwers raken elkaar aan.
Wat een hoop bedoelingen heeft deze voorstelling! Interessant is het spel tussen receptieve en participatieve onderdelen en wat dat doet met de toeschouwer. De wat al te dwingende oproep tot verbinding aan het eind gaat me een stap te ver. Maar het lukt Godder wel om ons fysiek en visueel iets mee te geven van wat Parkinson-patiënten meemaken.
Foto: M. Korbel