Macho Macho van Igor Vrebac is op de slotceremonie van het Amsterdam Fringe Festival onderscheiden met de Dioraphte ‘Best of Amsterdam Fringe 2016’ Award. ‘Verleidelijk, cool en ambitieus’, maar ook ‘grotesk en treurig’ noemde de vakjury de voorstelling. Vrebac kreeg € 5000 voor een internationale tour en een sculptuur van Trudy Hekman. De voorstelling Of dit. van De […]
Door de god Apollo te verleiden verkreeg Cassandra, dochter van Priamus, koning van Troje, de gave om de toekomst te voorspellen. In ruil daarvoor zou ze met hem het bed delen. Echter, toen ze dat laatste weigerde, zorgde Apollo ervoor dat niemand haar voorspellingen ooit zou geloven.
Daar baseerde theatermaker Karlijn Hamer haar korte muziektheaterperformance Collaps op. Achter haar op het podium verzorgt Mathijs De Valk live de muziek: een dreunende en deinende soundscape. Hamer zelf staat achter twee microfoons, die aan het grid hangen en voor haar hoofd bungelen.
De performance is grofweg in drieën op te delen. In het eerste deel slaat Hamer verschillende klanken uit, klanken die De Valk door middel van een looping station vermenigvuldigt, en die zodoende een geluidsdecor vormen dat almaar toeneemt in intensiteit. De klanken hebben geen betekenis – zoals Cassandra krampachtig probeerde haar boodschap over te brengen, zonder dat die bij iemand binnenkwam.
Vervolgens pakt ze een van de microfoons en doet een stuk monoloog, gebaseerd op het gedicht Monoloog voor Cassandra van de Poolse Nobelprijswinnares Wislawa Szymborska, die Cassandra neer laat kijken op Troje:
‘Ik ben het, Cassandra,
En dit is mijn stad, onder de as.
En dit zijn mijn profetenstaf en -linten.
En dit is mijn hoofd barstensvol twijfel.’
Ten slotte volgt weer een sequentie van onbegrijpelijke klanken, waarin Hamer schreeuwend, briesend, zingend ineenstort. De ondertitel van de voorstelling illustreert de driedeling: Aanval van machteloosheid, ineenstorting, ondergang.
Collaps heeft, vooral door de herhaling van klank en muziek, een bezwerend effect. Hamer vertaalde elementen uit de mythe van Cassandra naar klank en performance; geïnspireerd op hedendaagse dance muziek.
Toch mist er nog een persoonlijke laag aan deze intieme performance. De voorstelling blijft hangen in het conceptuele, het bedachte. Hoe verhoudt Hamer zich zelf tot de thematieken van haar personage? Wat is de voorstelling meer dan een muzikale abstrahering van de mythe, wat heeft ze ons te vertellen?
De parallellen tussen de onbegrijpelijke klanken en Cassandra, die tot radeloosheid aan toe maar niet begrepen werd, zijn evident – maar daardoor ook een gegeven dat weinig zegt. Een meer persoonlijkere laag zou deze performance het uitsluitend conceptuele karakter doen ontstijgen.
Kassandra’s hoofd zit, zo blijkt uit het gedicht van Szymborska, barstensvol twijfel. Maar hoe zit dat bij Hamer?
[Vertaling fragment Monoloog voor Cassandra: Gerard Rasch]Foto: Remco Zwinkels
Hee Sander! Ik snap je kritiek op deze voorstelling werkelijk waar niet. In je vraag om een meer persoonlijke laag in de voorstelling lijkt de wens verscholen te gaan om de theatermaker achter de voorstelling beter te leren kennen. Maar je pleit er neem ik aan toch niet voor dat *iedere* voorstelling het soort confessietheater wordt dat in de Nederlandse podiumkunsten al oververtegenwoordigd is? Een performance als COLLAPS kan in zijn conceptualiteit en abstractie juist tegenwicht bieden aan al die voorstellingen waarin de performer-als-mens centraal staat. Theater hoeft niet te gaan over ´wat wil de maker ons vertellen´, maar kan wat mij betreft ook gaan over het delen van een ervaring, of een onderzoek naar een specifieke staat van zijn, etc. etc. Ik denk eenvoudigweg dat het contra-productief is om van iedere maker te vragen dat ze expliciet iets van zichzelf laten zien. Bovendien kun je in dit specifieke geval, als dat per se moet, ook bedenken dat Hamer door de Cassandramythe zo op te voeren haar eigen positie in de wereld bevraagt – heeft het wel zin om als theatermaker geëngageerd theater te maken als er toch niemand luistert? In de sensualiteit van de performance zoekt Hamer m.i. de grens op tussen narrativiteit (en daarmee direct engagement) en een intuïtievere manier van theater maken en communiceren. Wat denk jij?
Dag Marijn,
Uiteraard pleit ik er niet voor dat elke maker mij vertelt hoe hij/zij ten opzichte van de thematiek staat. Ik hoef niet elke theatermaker achter de voorstelling beter te leren kennen, wel ben ik altijd op zoek naar wat ik uit een voorstelling haal. Dat hoeft natuurlijk niet altijd concreet en vanuit een persoonlijk vertrekpunt te zijn, integendeel. Maar in dit specifieke geval: de intuïtieve benadering van Hamer suggereerde voor mij juist dat Hamer zich op een specifieke manier tot de mythe verhoudt. De mogelijkheid die je oppert dat Hamer op deze manier haar positie als theatermaker bevraagt, kan ik volgen, maar blijf ik erg een-op-een vinden. Wat betreft de grens tussen narratief en intuïtieve communicatie: die is zeker interessant. Het is goed mogelijk dat ik het teveel heb willen duiden, en me er daardoor te weinig aan kon overgeven. Blij dat jij dat wel kon (en ik hoop van harte veel andere bezoekers ook).
Dat is bijzonder, ik heb me juist enorm ondergedompeld gevoeld in diverse emoties en zelf beelden kunnen vormen met de mythe van Cassandra als leidraad. Misschien wel juist om dat de psychologische duiding ontbrak. Ik heb me enorm mee kunnen laten voeren door geluid en beeld en ik heb de totale onmacht ter plekke kunnen ervaren. Ik vond het een opmerkelijke voorstelling/perfomance die veel indruk heeft gemaakt.
zonder te weten van waar haar perfomance op gebaseerd is, was de ondergang als doodgaan, zo intens, zo voelbaar, dat de zaal na haar optreden even stil was, voor er een daverend applaus losbarstte, tijdens het festival van de waanzin de de zuiderkerk te Amsterdam, op 17-09-2016. Karlijn & Matthijs,veel dank, allebei!