Hoewel ze al haar halve leven in België woont, voelt Shokat zich daar nog altijd niet helemaal thuis. Pas als ze in haar geboorteland Iran is, kan ze vrij ademen, dingen zelf regelen, haar gevoelens uiten. Het Nederlands vormt voor haar een barrière, het voelt niet ‘eigen’. (meer…)
Een wit doek hangt in een holle halve cirkel richting het publiek. De frontale verlichting is fel, langs de onderkant is nog een strip bevestigd met led-verlichting. Af en toe knippert een ledstrip op als een stroboscoop die vergeten is dat hij uitstaat. Evenals de contextloze achterwand is de podiumvloer leeg en wit. Geen rechte hoeken, geen zwart. Een tandartspraktijk zonder tandartsstoel of -gereedschap.
Wat volgt is spannend, onbegrijpelijk, grappig en mooi. Sigrid Stigsdatter Mathiassen staat al naast het podium te wachten als het publiek nog plaatsneemt in de bescheiden bovenzaal van het theater. Haar verschijning is ondefinieerbaar, of toch op z’n minst lastig om in een hokje te duwen. Ze draagt een strakke leren broek die eruitziet als een legging uit de jaren zeventig, met groene en gele cirkels. Eroverheen draagt ze een stoffen rok met een patroon van de oubollige vitrage van mijn oma. Haar haar is strak naar achteren gestoken met een veelvoud aan haarspelden en ze draagt een wit synthetisch vest met gele, rode en zwarte strepen, dat net geen motorjack, noch een wielrenshirt is. Zo weinig als haar outfit weggeeft, zo open is de combinatie van zang en geluid waarmee ze zichzelf en in ieder geval een deel van het publiek in een lichte trance brengt.
Eerst danst ze langs en half naar het halve doek gericht. Heen en weer bewegend, haar hoofd en schouders van voren naar achteren, zoekend naar contact met de golvende en pulserende muziek van Lora Deniz. Ze is in haar eentje, letterlijk maar ook figuurlijk. Je zou zeggen dat ze plezier beleeft, het zou het begin van een lange extatische avond uit kunnen zijn. Maar ze verknipt die gedachte wanneer ze luid zingend, bijna wanhopig op de grond valt, terwijl ze monotone tonen voortbrengt.
Die vertwijfeling klinkt eenzaam en lijkt net als de titel een weerwoord op de koude realiteit van dichte deuren afgelopen jaar, zeker met de kennis dat Cold Hawaii tot nu moest wachten op haar live première. Oorspronkelijk zou die plaatsvinden tijdens het Moving Futures festival in april dit jaar, maar uiteindelijk werd dat een online evenement. Mathiassen lijkt de afzondering die iedereen heeft doorgemaakt vrij spel te hebben gegeven. Ze staat voor ons met een volledig naar binnen gekeerde excentriciteit, een présence vol tegenstellingen in een referentieloos landschap waar alleen zij in thuis is.
Al snel betrekt ze ook het publiek in een dialectiek van extatische afzondering en totale bandeloosheid. Want de vinger die ze vervolgens op de voorste rij richt lijkt slachtoffermakend. Ze houdt haar aandacht gevestigd op één dame en presenteert haar een verleidelijk dansende hand binnen handbereik. Vervolgens steekt ze een hele hand vingers in haar mond, langzaam. We zijn getuige. Die constellatie is uitdagend en spannend en een beetje ongemakkelijk, want als ze haar vingers bijvoorbeeld weer uit haar mond haalt komt er dieprode slijm mee naar buiten, die ze vervolgens langs haar gezicht aan haar haar afsmeert. Bovenop de al nadrukkelijke eigenzinnigheid van haar uitrusting ontstaat een connotatie van occulte seksuele horror.
Die seksuele bijklank bouwt ze nog iets verder uit. Als je haar bekijkt, lijkt ze in eerste instantie in een soort trance. Alsof je iemand in een nachtclub tegenkomt met duidelijk een lijn of pil te veel achter de kiezen, terwijl jij nuchter nadenkt of het al tijd is om naar huis te gaan. Ze is terecht gekomen in een filterloos universum waarin elke prikkel haar denkvermogen overstuurt. Oh my God, roept ze, terwijl ze haar hand instinctief voor haar mond legt. Haar ogen staan weids gericht op de oneindigheid, onbereikbaar. Haar bewegingen zijn repetitief. Ze lijkt niet meer te kunnen stoppen en komt tot een climax. ‘Yes, yes, yes. Oh, ja, ja, ja. Harder, baby, harder.’ En dan voor je het weet leidt ze haar finale in met de woorden ‘soms heb ik alleen een beetje privacy nodig, een moment waarop m’n lichaam van mij is’, waarna alle lichten uitgaan en je alleen haar gympen over de vloer hoort glippen.
Interpretaties komen even snel op als ze weer verdwijnen. We komen als toeschouwers in een filterloos universum terecht, waarin de zeer expressieve Mathiassen soms onnavolgbaar is en vele kanten opschiet. Misschien kan de voorstelling op sommige momenten wat meer oriëntatie gebruiken, anderzijds past de voortdurende spanning bij het extravagante personage dat ze opvoert. Een intrigerende performance.
Foto: Anna van Kooij