Wat programmasamensteller Stefan Pop betreft, gaat de laatste week van het Comedytrain International Summer Festival om het verbreden van je comedyblik, iets zien dat het YouTube-algoritme je niet snel zal geven. Dat slaat ongetwijfeld op dichter Derrick Brown, die poëzie en comedy combineert, met betoverend effect. Hij treedt deze week op in Toomler met twee andere Amerikaanse comedians. Op woensdag en donderdag is dat Nick Thune, vrijdag en zaterdag Akaash Singh. (meer…)
Twee internationale comédiennes trappen deze week het Comedytrain International Summer Festival af. De twee kunnen haast niet meer van elkaar verschillen. De Australische Sarah Kendall leest vrijwel haar hele show voor vanaf een paar zorgvuldig uitgewerkte A4’tjes. De Britse buikspreekster Nina Conti werkt daarentegen grotendeels à l’improviste, en gebruikt haar publiek als buikspreekpoppen. Een absurde vondst die met een gerust hart als comedy gold kan worden bestempeld.
Kendall, die opent met fatalistische verhalen over vliegtuigcrashes en een vallend biertje in een stille theaterzaal, heeft geen goede avond. Het is per slot van rekening een try-out, en dat gaat gepaard met een zeker risico. Uiteindelijk gooit ze haar A4’tjes gefrustreerd aan de kant. In plaats daarvan begint ze haar teleurstellende optreden hartgrondig overdreven naar beneden te halen, wat niet haar performance, maar in elk geval wel de sfeer weet te redden.
Als Nina Conti haar set start met haar hautaine buikspreekpop Monkey, is het contrast tussen bedeesde buikspreker en vileine pop vrij klassiek, en zoals elke buikspreek-act een beetje gekunsteld. Als ze lacht om lompe Monkey weet iedereen dat ze om zichzelf lacht. Maar het is een noodzakelijke opmaat voor het opmerkelijke handelsmerk van Conti.
Van de mensen die ze ontmoet in het kennismakingsrondje met Monkey, maakt Conti namelijk haar buikspreekpoppen. De gasten krijgen een masker voorgebonden waar Conti de mond van open en dicht kan doen. Zo kan ze bepalen wanneer en waarover iemand praat. Maar de gast bepaalt zelf wanneer er een arm omhoog gaat. Dit veroorzaakt een fascinerend samenspel tussen de lichaamstaal van haar slachtoffers, en de fantasie van Conti.
Conti en haar gast zijn van elkaar afhankelijk: maakt haar personage woeste armbewegingen, dan probeert Conti de gebaren zo goed mogelijk te vertalen. Maar op een gegeven moment wijkt ze af van de werkelijkheid. Ze laat iemands vriendin zeggen: ‘Ik ben trouwens zwanger’, en zet daarmee de eerste stap om de improvisatie volledig te laten ontsporen, tot aan een groot slotlied met vijf verschillende personages.
Met de act heeft Conti een bijzonder leuke festivaltruc in handen, waarmee ze de gekunstelde situatie van de buikspreek-act grotendeels kan opheffen. Inhoudelijk gezien niet zo interessant als de uit het leven gegrepen verhalen van Sarah Kendall, maar in elk geval altijd goed voor een lach.
Foto: Nina Conti, PJGDesign.nl