Fahim Anwar en Lloyd Langford staan tijdens de vijfde week van het Comedytrain International Summer Festival vier avonden in Toomler. Beiden blinken uit in de basis van stand-up, en hebben een indrukwekkend arsenaal aan losstaande grappen. Die vertellen ze met toenemende meligheid, en zo hebben ze heel Toomler, inclusief zichzelf, binnen de kortste keren aan het lachen.
(meer…)
Wat programmasamensteller Stefan Pop betreft, gaat de laatste week van het Comedytrain International Summer Festival om het verbreden van je comedyblik, iets zien dat het YouTube-algoritme je niet snel zal geven. Dat slaat ongetwijfeld op dichter Derrick Brown, die poëzie en comedy combineert, met betoverend effect. Hij treedt deze week op in Toomler met twee andere Amerikaanse comedians. Op woensdag en donderdag is dat Nick Thune, vrijdag en zaterdag Akaash Singh.
De in Texas opgegroeide Derrick Brown geeft toe dat poëzie en stand-up over het algemeen geen winnende combinatie zijn, maar hij slaagt er wonderwel in de twee met elkaar te verbinden. Browns poëzie krijgt in zijn voordracht een levendige, eigenzinnige kwaliteit. Met zorgvuldig gekozen woorden omschrijft hij de obsceenste scènes, met veel gevoel voor de kwetsbaarheid en schoonheid ervan. Zijn stemgeluid is warm, de cadans is betoverend, en hij brengt je in vervoering tot het laatste woord.
Zijn grote aantrekkingskracht is de altijd aanwezige sprookjesachtige mystiek, waardoor alles mogelijk lijkt. In één van zijn gedichten hangt hij bijvoorbeeld een koppel aan ethernetkabels, die hun gevoelens voor elkaar rechtstreeks vertalen naar papier. De liefdevolle ontboezemingen van de vrouw worden gevolgd door die van haar verloofde. Zijn output is een stroom van onsamenhangende gedachten, waaronder het absurde ‘Do you know all snakes dream of karate?’ Maar ja, geen benen.
De bezieling die Brown zo aantrekkelijk maakt, ontbreekt woensdagavond bij Nick Thune. Onderkoeld tokkelt hij op zijn gitaar, en schotelt ondertussen het publiek wat oneliners voor. Hij zet het publiek graag op het verkeerde been, maar aan de uitwerking kan nog wat geschaafd worden. De openingsgrap, als hij zegt, turend naar de lichten: ‘Can we have the lights. Exactly the way they are now?’ is een voorbode van een aantal cynisch-wijsneuzigere grapjes die op den duur erg voorspelbaar worden.
De oneliners daargelaten, is Thune wel degelijk in staat goede verhalen te vertellen. Zo vertelt hij over een ontmoeting met een eenarmige vrouw op het vliegveld. Hij weet haar tot IS-rekruut te fantaseren, die hem wil laten opdraaien voor haar bomaanslag. Met dit uitstapje laat hij zien tot welke heerlijk verontrustende gedachten zijn comedy-geest in staat is. Thune treedt vanavond nog op in Toomler en wordt vanaf vrijdag vervangen door comedian Akaash Singh.