In een kolderieke en soms hilarische voorstelling rond het mythische personage Fere – reuzin of engel, vogel of mens – maakt collectief Blond & Cynisch een reis van Londen naar Sint-Petersburg en Siberië. Queer liefdesverhaal, bizar sprookje, feministisch manifest, geestige satire: het zit er allemaal in.

Centraal staat Fere (Esther Ymkje van Steenis), een legendarische trapezeartiest die kan vliegen. Althans, dat beweert ze. Ze is geboren uit een ei, opgevoed door een pleegmoeder in een bordeel. Op haar veertiende ontdekt ze dat ze vleugels heeft en inmiddels is ze wereldberoemd. Een grote vrouw die veel ruimte inneemt, een soort antiheldin die alle klassieke eisen waaraan een vrouw hoort te voldoen aan haar laars lapt.

Tegenover haar staat journalist Jack (Remy Meeuwsen), die haar wil interviewen over haar levensverhaal. Aanvankelijk met de bedoeling om Fere te ontmaskeren voor haar serie ‘De Grootste Oplichters ter Wereld’, maar gaandeweg raakt zij meer en meer gefascineerd door de gevleugelde vrouw. Filosofische vragen over echtheid en kunst worden handig door het verhaal heen geweven. Heeft Fere echt vleugels of is het allemaal een verzinsel?

In het boek is Jack overigens een man, hier een vrouw. Tussen hen in beweegt zich Lizzie (Emma Vermeulen), de pleegmoeder en assistente van Fere, die Fere probeert te beschermen maar ook haar eigen agenda heeft.

Het decor van Calle de Hoog bestaat uit een circusachtige omgeving: aan het plafond hangen rode hoepels in diverse formaten, rode ronde opstapjes kunnen worden gebruikt voor diverse acts, een rek met verkleedkleren vol glimmers hangt centraal in de ruimte. Het circus is natuurlijk ook een magische plek waar de werkelijkheid even wordt opgeschort, een wereld waarin alles mogelijk is. Met die discrepantie tussen waan en werkelijkheid wordt voortdurend gespeeld.

Fere is eveneens uitgedost in het rood, als een Rubensiaanse schone: een glimmende panty, veel ruches en veren, een doorzichtige tule jas. Jack is als journalist in strak zwart en zilver gestoken, Lizzie draagt een variëteit aan ruitjespatronen. De drie actrices spelen ook een groot aantal dubbelrollen, onder wie een spectaculaire circusdirecteur en een doodenge Russische groothertog annex vampier (Vermeulen), een knorrend varken (Ymkje van Steenis) en een haan-clown (Meeuwsen). Daarbij wordt heerlijk gedoken in de kist met verkleedkleren.

Het verhaal kent een aantal bizarre wendingen: het circus gaat optreden in Rusland, waar Fere in de handen van een griezelige groothertog belandt. Jack is inmiddels verliefd geworden op Fere en om haar te kunnen blijven volgen, transformeert zij tot clown. Ze wordt op een haar na opgegeten door een tijger en in het oosten van Siberië ontvoerd door woestelingen van de Broederschap van Vrije Mannen.

In sneltreinvaart dendert het door in de eindregie van Jessie L’Herminez. Het is een uiterst barokke, rijke en dynamische voorstelling in een groots en meeslepende speelstijl, vol wervelende verkleedpartijen met exuberante personages. Het spelplezier spat er aan alle kanten vanaf.

Het stuk speelt zich af aan de vooravond van een nieuwe eeuw, eind 1899, een tijd vol verwachting. In de nieuwe eeuw zal alles anders worden, zullen de vrouwen worden bevrijd uit hun kooi en kunnen vliegen ‘tot grote hoogte’. Fere is de verpersoonlijking van die nieuwe tijd. Door het hele stuk heen speelt een feministische agenda.

Circusnachten is een magisch-realistische voorstelling vol grappen en grollen, enorm vindingrijk en een grenzeloze fantasie. Grote thema’s als genderidentiteit en feminisme, maar ook de verhouding tussen kunst en werkelijkheid, worden spelenderwijs in de voorstelling verweven. Het resultaat is een bijzondere vertelling over het leven van een vrouw die haar vleugels durft te spreiden. Een ode aan de verbeelding, van het vertellen van verhalen én aan de lach als bevrijdende kracht. Een pleidooi voor plezier.

Foto’s: Kamerich & Budwilowitz