De Effectenbeurszaal, de Grote Zaal, de Graanbeurszaal van de Beurs van Berlage in Amsterdam: ze bieden prachtige locaties voor theater. Het gezelschap Boost biedt met de voorstelling Walking on Circus een route door de zalen waarin telkens een ander object staat dat de artiesten bespelen. (meer…)
Poppentheater is op zich al een lastig genre. Maar poppentheater met zang, dans, acrobatiek en een complex verhaal, dat is echt ingewikkeld. In Circus Rouda (8+) van De Toneelmakerij doet Ad de Bont (tekst, regie en toneelbeeld) een poging om met al deze middelen het verhaal van zigeuner- en circusfamilie Rouda te vertellen. Een dappere en innemende poging die jammer genoeg niet echt weet te raken.
Het verhaal zelf is niet zo ingewikkeld: de ooit succesvolle circusfamilie Rouda loopt op zijn achterste benen, dus er moet iets gebeuren. De acts zijn sleets, de dieren oud. Vader Oskar weet niet wat te doen, zijn vrouw die hem ooit tot de geweldigste trucs inspireerde is al lang geleden overleden. Grootmoeder Dika, de wijze oude vrouw, heeft ook geen oplossing en reageert zich af op haar kat. Dochter Valia is geen erg goede acrobate en is verliefd op Willy, de enige gadjo (niet-zigeuner) in het gezelschap. Maar als ze met hem trouwt, zal ze verstoten worden. En dan is er nog zoon Django, die het circus wil vernieuwen. Dat wil hij bewerkstelligen door de geschiedenis van de zigeuners te vervlechten met acrobatiek en jongleeracts. Hij wil het publiek laten lachen maar ook laten huilen om de tragische geschiedenis van de zigeuners die al sinds eeuwen worden verguisd en verketterd. Een waardevolle en nog altijd actuele boodschap: in 2010 zette Frankrijk nog duizenden ‘illegale’ zigeuners uit.
De Bont heeft een rijk schouwspel willen scheppen, passend bij de rijke zigeuner- en circustraditie. Dus jongleren de acteurs, lopen ze op ballen, fietsen ze op eenwielers en doen ze aan (partner)acrobatiek. Ondertussen zingen ze en bespelen ze vijf poppen. Aandoenlijk is het oude paard Slobodan (een paardenkop van gehard gaas en flodderige lappen als manen), die eigenlijk het liefst een karretje wil om kinderen in rond te rijden. Pittig is Django’s verleidelijke geliefde Janka, die hem steeds weet te motiveren om zijn droom te verwezenlijken. De kat en de twee acrobaten Willy en Janusz zijn wat eenduidiger karakters, die af en toe meer afleiden dan bijdragen aan het verhaal. Het is al met al een razende bedoening die zichtbaar het uiterste van de acteurs vergt. Alle lof voor zoveel energie en overgave.
Toch weet Circus Rouda niet echt te raken. Dat komt door de overdaad aan elementen, maar ook door de opbouw van het verhaal. Het duurt lang voordat de piketpalen van de vertelling zijn geslagen, waardoor de karakters vervolgens weinig ruimte hebben om zich te ontwikkelen. Het gepassioneerde zigeunerleven wordt pas in de slotact enigszins voelbaar, te laat om nog compassie met de personages te krijgen. Gezien de samenwerking met Worldgranny, een organisatie die zich richt op empowerment van ouderen, had de voorstelling zich meer mogen toespitsen op het generatieconflict tussen kinderen, vader en grootmoeder en hun worsteling met (zigeuner)tradities. Al die interessante thema’s raken in de veelheid der dingen volledig ondergesneeuwd.
(foto: Sanne Peper)