In de Blauwe Zaal van de Stadsschouwburg Utrecht wacht het publiek een spiegelbeeld: op de bühne staat een kleine tribune. In Raquel André’s Collection of Spectators maken we gedurende anderhalf uur kennis met zes door haar verzamelde toeschouwers. (meer…)
Trots paraderen ze over de catwalk op het swingende ritme van de drums. Alsof ze zeker weten dat deze fashionshow de toekomst is. Daardoor zie je bijna niet meer dat de modellen eigenlijk bierkartonnetjes, stofzuigerslangen, foliedekens, massa’s plastic bijeengehouden met ducktape en felroze veiligheidsvestjes dragen.
Immers, je bent wat je koopt: je draagt bij aan de grote afvalberg van de mode-industrie. Ooit belandt die kleding als afval op een grote hoop, dus waarom nog moeite doen om iets anders te tonen dan dat wat het eigenlijk is? Tegelijkertijd creëren Stephanie Thiersch & The Jitta Collective met dat afval aan hun lijf een polonaise van nieuwe ideeën over postkolonialisme en identiteit. Afval, geüpcycled tot de nieuwe trend.
Chombotrope is een modeshow, een opzwepend concert, een dansvoorstelling, poetry slam, een upcycle-manifest, een politiek statement – wat eigenlijk niet? De performers, afkomstig uit Duitsland, Kenia, Oeganda, België, Frankrijk en Senegal, zetten een geweldige show neer waarin ze bestaande muziek, dans, mode en taal upcyclen tot een wereld waarin elke cultuur de macht mag bezitten en je elkaars cultuur kunt lenen en uitwisselen.
Afrikaanse trommels worden vermengd met elektronische beats. Afrodans en voguing maken van lelijk militair geweld een wilde choreografie. Een flaneur met opvallende rode bril, knalblauwe broek en roze colbert swingt en schudt over het toneel, terwijl hij met een denkbeeldig geheven wapen zijn publiek beschiet. Zijn lichaam schudt mee met elke kogel die hij afvuurt. Een gevecht in slowmotion toont vuisten tegen kinnen en van pijn vertrokken gezichten. Alsof het nooit ophoudt. Het zijn losse scènes waarin steeds iemand anders het voortouw neemt, en die zo het geheel aan verhalen, geschiedenissen en culturen van de performers een plaats geeft.
Maar er is ook ruimte voor het benoemen van het probleem van het postkolonialisme. Dat gebeurt wanneer een tentakelvrouw met rode haren en lange, dikke bruine tentakels die als dreadlocks uit haar hoofd groeien in één beeld het probleem van het postkolonialisme toont: ‘I only collect the other. I am only aware of diversity’, spreekt ze, terwijl twee collega’s met Afrikaanse roots haar dikke tentakels vlechten. Oftewel: je kunt wel zeggen dat je voor diversiteit bent en culturen die niet de jouwe zijn een plek wilt geven, maar dan bestempel je nog steeds een groep tot ‘de ander’, de afwijkende. Je maakt gebruik van een andere cultuur, zonder die cultuur daadwerkelijk de macht te willen geven, zoals de vlechtende vrouwen achter haar getuigen.
Chombotrope laat direct zien hoe het wel moet: ze upcyclen hun eigen culturen tot afro-eurofashion gemaakt van afval, ze komen samen met allerlei culturen en zetten zo dit gesamtkunstwerk neer. Tegelijkertijd blijven ook de uitdagingen daarin niet onbenoemd.
‘Identity is a struggle for eternity’, zegt een van hen, terwijl een doorgaand klikkende soundtrack van een camera alles ziet. Wanneer je niet voldoet aan de norm, liggen al je acties onder een vergrootglas. Tijd om het concept van de één en de ander te vergeten en Chombotrope als voorbeeld te nemen van hoe het ook kan.
Foto: Martin Rottenkolber