Met hun zwarte coltrui en bruine retrobroek lijken ze op studieuze Franse existentialisten – een boek van Sartre in de hand ontbreekt nog. Maar de slijtplekken op knieën en zitvlak verraden dat dit viertal veel fysieker te werk gaat. Ze grijpen elkaar bij de schouders, ellebogen, nek en enkels. Ze stuiteren als tolletjes op hun rug over de vloer. Ze kruipen onder, over en achter elkaars ledematen. En ze wijzen met hun benen in stijlvolle formaties de lucht in, onderwijl op één hand hoppend over de cirkelvloer. (meer…)
Het openingsbeeld is minimalistisch en veelzeggend. Een gordijn van alsmaar subtiel bewegende witte sliertjes zweeft op de achterwand. De hele dansvloer is reflecterend en er hangt al bij binnenkomst een lichte mist in de lucht. Smoke and mirrors – schijn en bedrog. In het semi-duister zien we het lichaam van choreograaf en danser Zino Schat, ondersteboven, hoofd verscholen achter schouders die het volle gewicht van het lichaam dragen. Het lijkt alsof het vanuit de vloer is ontsproten of, wie weet, dat dit rustig hangend lichaam als een struisvogel het even niet meer weten wil.
Wat volgt is een aaneenschakeling van korte scènes waarin metaforische, dynamische beelden zoals deze zich afwisselen met fragmenten waar door middel vans dans een onophoudelijk zoeken in scène wordt gezet. Chasing the [Blank] is een prachtige voorstelling. In esthetische zin tot in de puntjes uitgewerkt, en succesvol navigerend tussen de poëtische en spectaculaire krachten van hip-hop dansstijlen zoals breaking en electro-dance in combinatie met andere (meer fluïde en slecht genoemd ‘hedendaagse’) bewegingsvormen.
Het thema – het bevragen van de menselijke drang om constant op zoek te zijn naar iets – sluit naadloos aan op de manier waarop zoiets als breakdance ontstaat. De website van het Fractal Collective parafraserend, is er in de cultuur van urban dance altijd sprake van een sprong in het onbekende, van een bij jezelf onderzoeken hoe iets kan, van aanpassingsvermogen buiten je comfortzone. Het is dan ook inspirerend om te zien hoe in deze voorstelling eer wordt gedaan aan deze manier van doen om het thema te verwezenlijken, in plaats van een sterke dramatische of emotionele lading toe te willen voegen aan een dans die al boekdelen suggereert voor zichzelf.
Bijvoorbeeld: we zien de performers Conni Trommlitz, Noemi Calzavara en Barbara Minacori samen met Schat op verschillende momenten fysiek reageren op elkaar. Ze volgen elkaar op afstand, we zien de echo’s van de beweging van de een in het lichaam van de ander voordat er weer contact wordt gemaakt. Soms wordt een combinatie langzaam geoefend, alsof het ter plekke wordt aangeleerd. Al is de gehele voorstelling duidelijk vooraf gechoreografeerd, er wordt een accent gelegd op een vorm van onophoudelijk zoeken en leren in dans die uit een specifieke, urban context komt.
Er wordt tegelijkertijd niet geschuwd voor de metafoor, voor de suggestie van een betekenis die de toeschouwer op weg helpt in het kijken. Op een gegeven moment stapt Trommlitz naar de voorzijde van het toneel, onder een spotlicht. De rest beweegt in de achtergrond, de radertjes van zijn gedachten belichamend op haast komische wijze. In dit suggererend, licht verhalend kader ontstaat dan ook ruimte voor puur fysiek genot – een ellenlange headspin door Trommlitz als uitblinker van de avond.
Wat ook naadloos aansluit op het thema is de muziek, gecomponeerd door Kaveh Vares. Net als het decor van Anneloes van Assem is het minimalistisch van aard, en ondersteunt het de dansers met een onderzoekende nature. Piano, gitaar en verschillende percussie-instrumenten wisselen zich af, muzikale motieven en flarden worden voorgesteld en weer losgelaten, en de stukjes maken een alsnog harmonisch en rustig geheel. Bravo.
Het programmaboekje zit helaas vol met wazige en te breed gegrepen zinnen over de essentie van de mens, en biedt een woordelijke conclusie aan een voorstelling die deze helemaal niet nodig heeft. Maar laat dit dwaalspoor je niet verwarren: Chasing the [Blank] kent meer diepte. Een volwassen contributie aan de evolutie van hiphop (deze ‘nog jonge cultuur uit de straat’, in woorden van Schat), op diens weg naar de verovering van het toneel.
Foto: Sjoerd Derine