Boven het toneel hangt een soort gouden kroonluchter van drie gehoornde dierenkoppen met glanzend rode ogen die langzaam ronddraait. Een discobal from hell die zijn dreigende schaduwen over wat komen gaat letterlijk en figuurlijk vooruitwerpt. (meer…)
‘Nestel uw zitbotje in het pluche van de stoel.’ Oké, dat doen we. Met enige gêne misschien, maar we doen het. ‘Sluit uw ogen vanuit de achterkant van uw hoofd.’ Hoe dat moet weet niemand precies, geeft niks, we doen het. Wij, het publiek, zijn in een yogales beland. ‘En tenslotte: zet uw vooroordelen opzij.’ We gehoorzamen en mieteren deze stante pede over de schutting. Om ze daarna dubbel zo hard over diezelfde schutting terug te zien vliegen. Marciel Witteman, scenarioschrijfster en zelf yogadocent, schreef de tekst voor Chakra’s en chardonnay. En ze grijpt alle vooroordelen over yoga aan, met tien vingers tegelijk, voor deze vette klucht. Er wordt nog geen açaibesje gespaard.
Yogi Yan – met i-grec, want ‘middelmatigheid is de manke van deze tijd’ – runt yogaschool ‘het Boominstituut’ samen met zijn vrouw Chana (klinkt als Ghana). Yan draagt teenslippers, een witte broek en matching shirt met V-hals, en een bruine kralenketting. Geitenwollensokkentype, zou je denken, maar hij is een typische alfa male. Hij drukt zijn geslacht met graagte even tegen de billen van de jonge, knappe juriste Elvira (Melody Klaver) om haar ‘in de goede positie’ te zetten. Maar het achterwerk van de middelbare Merel (Marie-Louise Stheins) laat hij onberoerd.
Op zijn nieuwe boek – een beetje health goeroe heeft er immers eentje – prijkt weliswaar de naam van Yan, maar zijn vrouw Chana heeft eigenlijk al het werk gedaan. Daar wil ze erkenning voor, maar die krijgt ze niet. En als Yan dan ook nog ingaat op de avances van de Russische Olga (Ellen Pieters) – who buys Chanel 5 by the gallon – dan barst de bom. Chana begint haar eigen yogaschool, pal naast die van Yan.
Vanaf de eerste minuut liggen alle kaarten op tafel en weten we wat we kunnen verwachten: een ongecompliceerd, vermakelijk stuk voor een gezellig avondje uit. De plotwendingen verrassen nergens, de grappen zijn voor iedereen herkenbaar, maar nooit bijtend. Geinig is Yan die halverwege een nieuw imago uitprobeert: de middle-aged man in lycra. En die arme ‘mamils’ hadden het al zo te verduren.
In zijn genre slaagt Chakra’s en chardonnay. Alleen de musicalliedjes tussendoor gaan op den duur vreselijk tegenstaan. Als we yogi Yan de eerste keer een nummer van Cat Stevens horen zingen (Morning Has Broken), kun je nog lachen om het zoveelste cliché dat een tik krijgt, maar na een tijdje denk je: o nee, alweer een liedje. Het doet potsierlijk aan en het stuk kan bovendien prima zonder.
Maar dan, temidden van alle clichés, net als je onoplettend dreigt te worden, is daar Marie-Louise Stheins. Met haar liefdevolle spel weet ze je toch weer om de oren te slaan, zoals alleen zij dat kan. Haar personage Merel is een vrouw van in de vijftig. Ze is schrijfster, vertelt ze, en beretrots dat ze heeft meegeschreven aan Yans boek. De breuk tussen Yan en Chana is voor Merel als de scheiding van ouders voor een kind: ze is haar warme nestje kwijt. Stheins weet als geen ander de kwetsbaarheid van zo’n vrouw gestalte te geven; ze is een uitstekende komedieactrice, juist omdat ze ook kan ontroeren. Ondanks grote gebaren blijft het personage geloofwaardig: deze vrouw bestáát.
Als de jonge Elvira verzucht dat Merel het tenminste gemaakt heeft in het leven, werpt Merel de schijn overboord: ‘Ach meisje, ik heb helemaal niks gemaakt. Ik ben vorige week ontslagen. Het leven is maakbaar, totdat het niet meer lukt.’ Oeps. Zo’n vette klucht en toch een brokje in de keel.
Foto: Raymond van Olphen