‘Lang verhaal kort: ik ben zwanger’, vertelt Maria. Haar vriend reageert meteen als door een slang gebeten: ‘Wanneer ga je het weg laten halen?’ Hij weet namelijk niet zeker of hij wel de vader is: beiden verzeilden na een forse ruzie in een restaurant in een onenightstand. Het is het uitgangspunt van het bij vlagen zeer komische Baby Crazy van regisseursduo Jan Hulst en Kasper Tarenskeen. (meer…)
Zoals de titel al doet vermoeden waart er de hele tijd een ondefinieerbare dreiging door de nieuwe voorstelling van theatermakers Jan Hulst en Kasper Tarenskeen. Met hun volstrekt oorspronkelijke taal en off-kilter spelregie weten ze het publiek mee te nemen in een surrealistisch universum op de rand van de afgrond.
Jan Hulst en Kasper Tarenskeen zijn wat mij betreft twee van de meest interessante makers van dit moment. In moordend tempo schrijven en regisseren ze totaal originele, absurdistische voorstellingen die door de combinatie van hun ongelofelijke taalgevoel, hun slinkse verwijzingen naar de geschiedenis en de actualiteit en hun post-postmoderne, surrealistische toonzetting een subliem evenwicht tussen vervreemding en herkenning bereiken.
In hun nieuwste voorstelling Buut, de naderende dood! zijn al deze elementen present en correct. Hoofdpersonage Ramses (Tim Linde) kampt met een terminale gezondheidscrisis na een verkeerd gevallen vliegtuigcurry, zijn vriendin (Emma Pelckmans) heeft net met haar modellenbureau een opdracht van een intergalactische invasiemacht binnengesleept en Ramses’ beste vriend Kirk (een werkelijk magistrale, onnavolgbare Thomas Höppener) besluit om een utopische commune te beginnen in Zuid-Frankrijk. En het zegt al iets over de thematische overdaad van de voorstelling dat dit nog niet eens alle belangrijke lijntjes zijn.
Het stuk schetst bovenal het beeld van een generatie die een onontkoombaar noodlot boven het hoofd hangt, een noodlot dat voortkomt uit een geschiedenis waar ze zelf niet bij aanwezig is geweest maar er wel de gevolgen van draagt. Vanwege de curry die Ramses niet eens had besteld ondergaat hij extreem lichamelijk verval, en Kirk krijgt in zijn utopisch streven het deksel van de zichzelf onverbiddelijk herhalende geschiedenis van de mensheid op de neus. De personages gaan gebukt onder de confrontatie met een wereld waar ze geen enkele controle op kunnen uitoefenen, waarop ze dan maar hun heil zoeken in oppervlakkig self-design.
Zo ook Jaime (Chris Peters). Deze ‘patient zero van de pop-uppolio’ zwerft van baantje naar baantje in concept stores of bars om zich maar niet vast te hoeven leggen. Maar ondertussen verlangt hij er sterk naar om bij zijn Joodse familie in Jeruzalem te mogen horen. In een schitterend incongruente scène zitten we opeens in Jaimes duurbetaalde appartement onder de Iron Dome, voor negentig procent veilig voor Palestijnse raketaanvallen, waar hem ongenadig de toegang tot de Krav-Magales wordt ontzegd omdat zijn moeder nu eenmaal niet Joods is.
Het is een dappere scène, omdat de implicatie is dat identiteitspolitiek een doodlopende straat is die ons allemaal de verdoemenis injaagt. Zo direct politiek waren Hulst en Tarenskeen nog niet eerder; juist vanwege het omringende surrealisme komen de directe actuele verwijzingen des te harder aan (hoewel ze soms hun hand ook overspelen: het personage van Höppener hoeft echt niet met De Groene Amsterdammer met Trump op de cover binnen te komen om het publiek de link met zijn doomsdaypolitiek te laten leggen).
De enige kritiek die ik op Buut, de naderende dood! kan formuleren betreft de vrouwenrollen. Eerdere voorstellingen als Scheeps-horeca en De Ilias werden exclusief door mannen bevolkt; alleen in De rekening slaagden de makers erin om een vrouwenrol te schrijven die even interessant was als de mannelijke hoofdrol (daarin geholpen door de ongeëvenaarde Tessa Jonge Poerink) – die desalniettemin sterk ten dienste stond van zijn verhaal. In de nieuwste voorstelling is helaas nog geen verbetering merkbaar op dit vlak: beide vrouwenrollen zijn ten opzichte van de drie mannen onderontwikkeld en weinig gelaagd; ondanks sterk spel van Pelckmans en Nadia Babke kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de vrouwen in het stuk geen eigen subjectiviteit krijgen toegedicht en bijna uitsluitend in relatie tot de mannen bestaan.
Als Hulst en Tarenskeen zich in hun toekomstige werk wat meer in hun vrouwelijke personages verdiepen kunnen ze zich pas echt met recht de spannendste theatrale chroniqueurs van hun tijdsgewricht noemen. Ondertussen is Buut, de naderende dood! wederom onmisbaar werk: een verwarrende, rijke, hilarische, wanhopende en unieke blik op het met rasse schreden naderende einde van alles.
Foto: Sanne Peper