‘Papa, ben je er nog?’, vraagt de dochter aan de andere kant van de wereld aan haar vader. Na enkele secondes stilte, antwoordt hij: ‘Ja, ik ben er.’ Het is het ontnuchterende, bijna te kleine slot van Over de natuur van de dingen. (meer…)
Plan d- is een jeugddansgezelschap met een eigen milieuverklaring. In Plan Duurzaam staat dat de groep van Andreas Denk binnen vier jaar klimaatneutraal wil opereren. De voorstelling Buurman in de natuur wordt alvast duurzaam gemaakt. Maar of de kinderen vanaf vijf dat ook meekrijgen?
Laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn? Dat vraagt Sire, de Stichting Ideële Reclame, zich af. Dus er moet wel wat aan de hand zijn. De redenering is: jongens leren van nature door proberen. Ze moeten daar de ruimte voor krijgen, maar onze wereld perst jongens in een al te feminiene mal. Ze krijgen op school meestal les van juffen, hebben geen rolmodel meer, want vader is ook al door het vrouwelijke virus aangetast, ze kunnen zich niet natuurlijk ontwikkelen. Het gevolg is ongeluk en onderpresteren. Om het tij te keren stelt Sire een onverwoestbare broek ter beschikking waarmee de ingekapselde jongens weer door veld en bos kunnen rauzen.
Die broek zou in de voorstelling Buurman in de natuur goed van pas komen. Andreas Denk en Ilja Surla sjouwen met takken, gooien met aarde, stoken een vuurtje, worstelen met de elementen en de plaatselijke dieren, en stoeien er lustig op los. Deze natuurmensen kunnen zo ambassadeur van Sire worden.
Voordat de voorstelling los kan barsten, moet er eerst getest worden. Er staan nogal wat machines op het podium: een windmachine, een pompmachine voor de regen en een dondermachine. Nou zijn jongens van oudsher dol op techniek, maar de meeste vrijwilligers om te testen zijn dan weer meisjes. Dus daar klimmen de meisjes ook al omhoog over de ruggen van de jongens.
Als alles getest is, horen we de vogeltjes fluiten, dus is er sprake van natuur. Denk en Surla barsten uit in een Oost-Europees lied en begeleiden zichzelf op ukelele en gitaar. Dan begint het dollen. Ze pakken flesjes van elkaar af – waarom is niet duidelijk – en gooien die weer weg. Ze maken een pot van aarde, doen vrolijke mannelijke dansjes en sjouwen met materialen en grondstoffen als in een Hornbachreclame. En dan, de voorstelling is bijna klaar, barst het onweer los en mogen de kinderen nog even terugkomen om het weer te maken met al die machines. Als het opklaart, eindigen de mannen met een onverwacht lied over de geneeskracht van kippensoep.
De energie van de voorstelling is leuk en aanstekelijk, maar de onderdelen van Buurman in de natuur hebben weinig samenhang. Wat de groene bedoelingen zijn, maakt het gezelschap ook niet duidelijk, ondanks regisseur Ton Offerman. Los zand is ook natuur, maar in het theater werkt ’t niet.
Foto: Menno van der Meulen