Infant (****) van Joeri Dubbe is energiek en intrigerend, vol bewegingsextremen en virtuoze expressiviteit
Honderden papieren huisjes staan opgesteld in verticale en horizontale richting en in strakke rijen. Ze vormen samen een wonderschoon toneelbeeld voor de Cadance-voorstelling die choreografe Lesley Telford en beeldend kunstenaar Yoko Seyama samen maakten. In Brittle failure willen ze vertellen over de broosheid die onze huizen en onze lichamen kenmerkt. Maar het is de choreografie zelf die gebukt gaat onder instortingsgevaar.
Als we de zaal binnenkomen staat de miniatuur-vinexwijk al op de vloer. De proloog was buiten. In de hal van het theater heeft Seyama vellen papier uitgedeeld, waaruit wij zelf een huisje mogen losmaken om met voorzichtige vingers in elkaar te zetten. ‘Inaccessible home’ staat erop, wij kunnen er niet binnengaan zolang we het drankje van Alice in Wonderland niet bij de hand hebben. Wel voelen we de souplesse en lichtheid van het materiaal waarmee we huizen bouwen.
De toeschouwer mag zijn eigen huis erbij plaatsen en krijgt zo een aandeel in het decor. Zodra hij zit, ziet hij hoe mooi het licht op de daken valt en door de kleine raampjes heen. Een beeld om nooit te vergeten. Een mooi toneelbeeld kan veel betekenen voor een voorstelling, maar het kan ook een muur vormen waar de dansers tegenop boksen. Dat laatste is het geval met Telfords dans. De choreografie weerspiegelt onmiskenbaar het idioom van het gezelschap waar ze jarenlang danste (Nederlands Dans Theater), maar mist intentie, focus en structuur.
De drie dansers bewegen zich bij aanvang op de paden rondom de huizenwijk. Een duet van man en vrouw, de andere man blijft solo. De muziek klinkt afwisselend zacht, ver weg of harder, de dans meandert voort. De live uitgesproken tekst roept beelden op van het interieur van de huizen: het tapijt op de vloer, de porceleinen beeldjes in de kast, de tuin waar je een hond hoort blaffen. Herinneringen aan de voetbal door het raam van de buren en de woordenwisseling daarna.
Dan gaat het licht op de daken trillen, kleuren en golven. De grond wordt onder de huisjes weggetrokken. Ze stonden op stroken papier, die in één beweging omhoog zijn gehesen. Prachtig beeld, prachtig geluid ook van al die omtuimelende huisjes. Hierna moet de danseres zich in een solo oprichten van de vloer en zich herpakken. Bij elke beweging horen we het geluid van het knakkende papier opnieuw en dan weten we: huizen en lichamen, ze zijn kwetsbaar en je kunt ze in één klap kwijtraken.
Hierna volgt nog een aantal duetten en solo’s, die nergens vandaan lijken te komen en nergens toe leiden. Nog meer tekst, die we niet kunnen verstaan. In dit deel van de voorstelling is het hele podium voor hen, de papieren huisjes liggen aan de zijkant op een hoop, maar de dansers raken steeds meer verloren in het opengeslagen landschap. Gelukkig eindigt het weer poëtisch met de woorden van de Canadese Anne Carson die voor ons op de vloer worden geprojecteerd.