Voor ‘Wat jo wolle’ ging Tryater op zoek naar de ideale theateravond voor écht iedereen ****
In Brekber (Breekbaar) van Tryater wordt veel overhoop gehaald. Erg veel. Bedenker van de voorstelling Jos van Kan wilde zijn liefde voor (het verzamelen van) porselein combineren met zijn beroep van theaterregisseur en tegelijk een reeks vragen overdenken. Waarom verzamelen wij? Wat is de waarde van een collectie? Wat moet er met een verzameling gebeuren als ons levenseinde nadert? En de misschien wel belangrijkste vraag: wat maakt kunst tot kunst?
In Brekber, een tekst van Jeroen van den Berg, wordt getracht op deze vragen een antwoord te vinden via de personages Wieke en Sanne. Wieke is een vrouw op leeftijd die in de loop der tijd een indrukwekkende collectie porselein heeft verworven. Maar liefst 888 borden omvat haar schat. 888 is natuurlijk geen willekeurig getal, het staat in de christelijke mythologie tegenover 666, het getal van de duivel. 888 wordt gezien als heilig en dat is ook precies de houding die Wieke tegenover haar borden inneemt. Ze zijn onaantastbaar en dat moeten ze ook blijven. De schoonheid zit in de compleetheid. Haal één element uit het geheel en alles stort ineen.
Er kan dus ook geen sprake van zijn dat ze ingaat op het verzoek van de jonge, ambitieuze curator Sanne, die voor een tentoonstelling slechts zes borden in bruikleen wil. Topstukken weliswaar maar toch: door een selectie te maken wordt op grove wijze de compleetheid geweld aangedaan. Het antwoord is dus een diep gevoeld nee. Letterlijk ‘gevoeld’, want tegenover de welhaast fysieke relatie die zij met haar dierbare borden onderhoudt, durft Sanne ze alleen met witte handschoenen aan te pakken.
In een essentiële scène probeert Sanne, die haar prille carrière zo’n beetje afhankelijk gemaakt heeft van het succes van deze missie, met kunstbeschouwelijke argumenten Wieke alsnog te overreden. Ze haalt Ai Weiwei erbij, die ooit een zeer kostbare vaas kapot liet vallen om uit de scherven een nieuw kunstwerk te creëren. De ironie wil overigens dat een Amerikaanse kunstenaar vorig jaar een vaas van Weiwei vernielde, waarvoor hij geen respect maar gevangenisstraf kreeg.
Sannes pleidooi heeft effect, helaas niet op de manier waarop ze dat wenst; Wieke durft afstand te nemen van haar collectie maar besluit al het porselein naar de veiling te brengen. Zo staat Sanne alsnog met lege handen.
Porselein is kwetsbaar. Daarmee is het een mooie metafoor voor het menselijk bestaan. Gaandeweg de voorstelling wordt die kwetsbaarheid alsmaar voelbaarder, totdat de scherven letterlijk voor het oprapen liggen. Wieke (prachtig gespeeld door the grand old lady van Tryater Aly Bruinsma) zal daar nog het minst onder lijden. De scherven uit haar leven hebben hun plek gevonden. Zij beseft net op tijd dat ‘het leven van een mens niet meer is dan een paar penseelstreken in een oneindige leegte’. Voor de jonge conservator Sanne (Marjolein Ley) moet het besef dat ‘wij niet meer zijn dan voorbijgangers voor de dingen’ nog doordringen, met hoeveel aplomb ze de uitspraak ook doet.
Brekber wordt gespeeld in het Leeuwarder Keramiekmuseum Princessehof. Uit de collectie van dat museum heeft Van Kan de 888 borden gekozen waartussen en waaromheen de voorstelling gespeeld wordt. Je zit er bovenop en de nabijheid van zoveel breekbaars is een spannende aangelegenheid. De ploeterende personages moeten voortdurend op eieren lopen. Dat doen ze dan ook in deze niet op alle fronten overtuigende maar wel zeer ontroerende voorstelling.
Foto: Saris den Engelsman