Het speelt onnozel, het houdt zich van de domme. Tergend langzaam komt er een beat op gang, rommelt iets van een techno-sound de ruimte binnen, terwijl op de vloer lipjes tape zich oprichten. Iedereen vraagt zich natuurlijk af, wat die dingen omhoog blaast, ritmisch nog wel. (meer…)
Bricoler, knutselen, dat is wellicht het best passende Franse werkwoord bij het objecttheater van Compagnie Bakélite, dat met alledaagse objecten theater maakt voor jong en oud. In Braquage (overval) kraken twee jeugdvrienden, gespeeld door één acteur, de kluis van een New Yorkse bank.
Geniaal is een van de eerste scènes van Braquage, als acteur Olivier Rannou de ik-figuur en zijn vriend Billy een telefoongesprek laat voeren en beiden rollen tegelijk speelt met behulp van twee verspringende lampen en een halve hoed aan een telefoonhaak. Je moet er maar opkomen! Braquage staat bol van de geestige ingevingen waarin huis-, tuin- en keukenobjecten worden omgevormd of gemotoriseerd. Zo gaat bijvoorbeeld in een reeks plastic schoonmaakflessen het licht aan en worden ze plots omgetoverd tot imponerende gebouwen; de skyline van New York.
In tegenstelling tot Frankrijk, waar de traditie van het marionettentheater groot is, kennen we deze vorm van objecttheater in Nederland niet of nauwelijks. In elk geval niet in de mate waarin het zich in dat land heeft ontplooid. Van de vele kleuren die het marionetten- of objecttheater in Frankrijk heeft aangenomen, denk aan Giséle Vienne, Cie 111 (ook te zien op Noorderzon), Philippe Quesne, het ‘cirque nouveau’ waarin objecttheater ook een grote rol heeft, kiest Compagnie Bakélite een redelijk behouden stijl die het goed doet in het jeugdtheatercircuit. Het gezelschap reist de hele wereld rond.
Er wordt een verhalende lijn uitgezet, die weinig diepgang of boodschap in zich draagt. Niet dat Braquage een slechte voorstelling is. Het is alsof je van doen hebt met een circusact van een alternatieve goochelaar; de kraak krijgt vorm dankzij trucs waarin de objecten met eenvoudige licht- en techniekingrepen een soort van suspense creëren. De reis naar de bank wordt vormgegeven via een piepklein cameraatje, dat een getekende plattegrond van straten toont. In de luchtkoker, gemaakt van een onderdeel van de aanwezige ijzeren stellages, kruipen de mannen. Achter de mechanisch wandelende schoenen van Billy zien we het kruipende bovenlichaam van Rannou. Pure pantomime is het.
Lastig zijn de Frans gesproken passages van Rannou, die vertaald worden op een scherm. Menig jonge kijker moet ermee geworsteld hebben, soms leek het kindergegrinnik eerder een imitatie; ha, mijn ouders lachen ook. Maar gelukkig is ook een deel van de opgenomen tekst in het Vlaams. Het publiek van Noorderzon liet het over zich heenkomen. Voor en redelijk bedrag zat het op het meest regenachtige uur van deze zondagmiddag droog bij een ‘spectacle super drôle’.