Margôt Ros – met een dakje op de o! – had op 57-jarige leeftijd voor haar eerste cabaretsolo een makkelijke weg kunnen kiezen: de typetjes van het tv-succes Toren C, dat ze samen maakt met Maike Meijer, neerzetten op het podium. Succes nagenoeg gegarandeerd. Maar dat deed ze niet, ze maakte met Brabantse nachten zijn lang een verhaal over haar relatie met haar vader.

Ze koos dan wel niet voor makkelijk, wel voor wat veiligheid door dit programma rond de kerstdagen drie weken lang uitsluitend in het Parktheater Eindhoven te spelen. Het theater van haar geboortegrond. Met een meerderheid aan Brabanders in de zaal die direct weet waar je het over hebt, die je een Brabantse grap in Brabants dialect niet hoeft uit te leggen, bij wie het water in de mond loopt bij het woord ‘worstenbroodje’ en die geen enkele aanmoediging nodig heeft het titellied en carnavalskrakers als ‘Zak ’s lekker door’ mee te zingen.

Dat is ook een beetje de makke met deze voorstelling. Het duurt lang voor ze de anekdotes, de Brabantse luchtigheid, carnavaleske sfeertjes en verdraaide stemmetjes ontstijgt. Alsof bij het maken ervan hevig is getwijfeld of ze haar andere kant wel zou kunnen laten zien. Ze had ons wel iets eerder bij de kladden mogen grijpen met waar het hier werkelijk over gaat: ‘ons pap’. Het is daarom lastig omschakelen en de juiste balans te vinden als ze ons mee wil nemen in haar zielenroerselen en pijnlijke ervaringen.

De avonturen uit haar kindertijd en jeugd zijn niet opzienbarend, veel grappen en anekdotes uit die vroege jaren ook niet. Misschien moet je daar dan toch een beetje Brabander voor zijn? Je voelt wel een omslag aankomen als ze in de persoon van Petrus bij de hemelpoort haar vader de toegang weigert. Als een afrekening. Maar pas veel later, als ze haar vader niet meer als bierdrinkende, shag rokende, luie en dikke man neerzet, wanneer ze hem niet meer beschrijft als dat ‘typetje’, krijgt de voorstelling vet op de botten. En ontroert ze.

De dochter van wie hij de naam niet eens goed kon schrijven – met een dakje op de o – met wie hij nooit iets samen wilde doen, voor wie hij geen enkele belangstelling en affectie had, gooit haar vader haar gemis voor de voeten. In het hospice, waar hij berustend zijn laatste dagen slijt. Met wat grappen en een pijpje bier. En dan blijken ze op de valreep tóch nog een band te hebben.

Foto: Vincent van den Hoogen

Credits

regie & tekstbijdragen Geert Lageveen toneelbeeld Marlies Schot muziek Levi Manner bijdrage liedtekst Jeroen Kleijne techniek Koen van Kollenburg / Tim Kolder / Mauro PTE coproductie Parktheater Eindhoven & Bunker Theaterzaken