Boycott Identity belooft een herdefinitie van identiteit, maar is eerder een deconstructie van een specifieke identiteit: die van een homoseksuele man die overkomt als hetero. De spanning tussen erbij horen en je toch een buitenbeentje voelen zorgt voor interessante momenten.

Als hetero’s mogen thuiskomen met een vriendin zonder uit te komen voor hun heteroseksualiteit, dan mag Jan Wienowiecki ook met een man thuiskomen zonder eerst uit de kast te komen. Zijn homoseksualiteit is een gegeven, zonder grote aankondiging. Over een voorstelling waarin zijn seksualiteit een thema is, lijkt Wienowiecki ook gemengde gevoelens te hebben: niet wegens schaamte, maar omdat het simpelweg niet zo belangrijk is. 

‘Als je hele identiteit bestaat uit anti-identiteit, hoe kan je dan zeker weten of je gay bent?’, vraagt tegenspeler Roán ten Cate hem bij aanvang van de voorstelling. En inderdaad: Wienowiecki presenteert zich aan het publiek als iemand die zich niet graag in hokjes laat stoppen. Als zijn klasgenoten dezelfde artistieke dresscode hanteren, gaat hij daar dwars tegenin. En aan het stereotype van een homoseksuele man voldoet hij niet. In meerdere scènes bevindt hij zich onder heteromannen die niet doorhebben dat hij homo is of hem bestempelen als ‘normale’ homo.

Ik weet niet of dit anti-identiteit is of een andere identiteit in een groter spectrum. Straight-passing homoseksuele mannen zijn immers niet ongewoon in de homogemeenschap. Wat wel zeldzamer is, is een theatervoorstelling die je laat nadenken over de dubbelzinnigheid van zo’n identiteit.

Enerzijds wordt Wienowiecki – of het personage dat hij in deze voorstelling opvoert – makkelijker geaccepteerd door heteromannen. Als een vriend (Ten Cate) een homofobe grap maakt, wordt hij buiten schot gehouden, ook al gaat het evengoed over hem. Als een crush (ook Ten Cate) met hem praat, is dat omdat hij niet vermoedt dat de ander een oogje op hem heeft. Aan de andere kant voel je het ongemak van Wienowiecki in deze ontmoetingen. Hij is one of the guys, maar ook een buitenbeentje. Als hij vertelt over de mannelijke modellen waar hij op valt, vraagt hij zich treffend af of hij net zo wil zijn als zij of dat hij met ze wil daten. De scènes waarin de makers dit ongemak opzoeken, zijn de sterkste momenten.

Als geheel is de voorstelling wat rommelig. Scènes worden vaak net niet lang genoeg uitgespeeld om het idee erachter helemaal tot zijn recht te laten komen. Daarnaast zorgt het minuscule Café IK ervoor dat elke decor- of kostuumwissel afleidt van de vertelling. De spelers en makers kunnen daar weinig aan doen, maar de beperkingen in tijd en ruimte van de Parade komen deze voorstelling niet ten goede.

Daarnaast is het jammer dat de makers een vrouwelijke homo gebruiken voor komisch effect, zeker in een voorstelling over homoseksuele identiteit. De vriend van een aantrekkelijke man in een metro wordt gespeeld met sjaaltje om, geaffecteerd accent en seksuele grappen. Het is een cliché dat te vaak in films en voorstellingen herhaald wordt: een waarin mannelijke homoseksuelen diepgang en complexiteit krijgen, terwijl vrouwelijke homoseksuelen ingezet worden voor een snelle lach.

Boycott Identity is dus nog geen onverdeeld succes, maar geeft wel degelijk interessante inzichten over identiteit. Het is een voorstelling die naar meer smaakt en hopelijk de tijd en fysieke ruimte kan krijgen om verder te groeien.

Foto: Casper Koster