Wat doe je als je ouders hebben bedacht dat je naar kostschool moet om tot een heuse volwassen dame te worden gekneed? Je maakt van je favoriete sprookjesfiguur een mens van vlees en bloed, een avontuurlijk vriendje dat ‘nooit volwassen wil worden’. In het oogstrelende Peter Pan van Theater Terra is het meisje Wendy eigenlijk de hoofdfiguur, en niet het vliegende joch. (meer…)
Wat als iedereen een chip zou krijgen waarmee op afstand je geheugen kan worden gewist? Getraumatiseerde mensen zouden niet meer urenlang op de bank liggen bij psychologen, slechte gedachten konden uit iemands hoofd worden gewist, de wereld zou een mooiere plek worden. Maar wat als die technologie in de verkeerde handen zou vallen?
In Boy 7, gebaseerd op het gelijknamige boek van Mirjam Mous, wordt een jongen (Baue van Leyden) wakker op een zandvlakte. Hij weet niet meer hoe hij heet, waar hij is of waar hij vandaan komt, hij heeft geen enkele herinnering. Wel heeft hij een rugzak met daarin een foldertje van de Pizza Hut en een telefoon met daarop een videoboodschap aan zichzelf: wat je ook doet, bel niet de politie.
Het boek biedt alle ingrediënten voor een spannend verhaal waarin het publiek flink mee mag puzzelen en regelmatig op het verkeerde been wordt gezet. Een verhaal dat bovendien belangrijke thema’s voor de jeugd aansnijdt: hoe moeten we omgaan met de sterk toenemende invloed van technologie? En hoe cruciaal is het echte, fysieke vertrouwen? Een hand op je schouder, een duw in je rug. Een vriend.
Het zijn ingrediënten waarvoor alle eer kan worden toegeschreven aan Mirjam Mous. Marc Veerkamp herschreef haar werk voor de grote zaal. Hij reduceerde haar verhaal tot een opgejaagde aaneenschakeling van scènes, die elk het verhaal keurig een stapje verder helpen, totdat we anderhalf uur verder zijn en alle problemen weer zijn opgelost. Hij bewerkte de anekdote voor toneel, maar vergat ruimte te creëren om de personages diepgang, tegenstrijdigheden en kleur mee te geven.
Fons Merkies regisseerde de voorstelling, maar wist ook daarmee niet de gaten in het script van Veerkamp te dichten. Zijn vlotte, haast filmische montage en de wat groteske, zo nu en dan iets te hysterische speelstijl onderstrepen precies wat het script al doet. We denderen in sneltreinvaart van ontsnapping naar ontsnapping, op groot scherm geprojecteerde telefoon- en tabletschermen razen voorbij, maar nergens is ruimte voor dat ene moment van verstilling, waarin de jongen beseft dat hij een vriend nodig heeft, het meisje alles wat zij voor waarheid heeft aangenomen ziet wankelen, of de man een tel twijfelt aan zijn opzet.
‘Zonder parachute uit een vliegtuig geduwd worden.’ Met die zin opent Mous haar boek. Die angst, dat gevoel van geen vaste aarde meer onder je voeten hebben en je afvragen of je dat ooit nog gaat krijgen, dat gevoel is er nergens. Boy 7 is daardoor een voorstelling die niet beklijft en geen recht doet aan het boek waardoor het is geïnspireerd.
Foto: Boy Hazes
Veenkamp is Veerkamp. Ook klopt de zin “Hij reduceerde haar verhaal tot een opgejaagde aaneenschakeling van scènes, die elk het verhaal keurig een stapje verder helpen, totdat we anderhalf verder zijn en alle problemen weer zijn opgelost.”, niet. Ironisch voor iemand die zegt dat de schrijver een opgejaagd stuk heeft geleverd.
Verder ben ik benieuwd waar het stuk nou te kort schiet, ik mis concrete voorbeelden, dat zou ik leuk vinden om te lezen. Nu snap ik niet zo goed wat er mis is met de voorstelling volgens deze Jarssens.
Succes met deze recensent.