Beter een goede buur dan een verre vriend; het is een bekend gezegde, maar wat is eigenlijk een goede buur en hoe word je er zelf een? Tg. Winterberg speelt in Aan de andere kant (4+) met de vooroordelen die leven tussen de buren uit vijf rijtjeshuizen in een doodgewone Nederlandse straat. (meer…)
Een wens is eigenlijk een omgekeerd probleem, zegt Marlyn Coetsier in haar welkomstwoord bij Bovenkamers. Je hoeft een probleem maar binnenstebuiten te keren en je hebt je wens, zo simpel kan het leven soms zijn. Tg. Winterberg bouwde op basis van de wensen van Zaanse basisschoolleerlingen een wonderlijk miniatuuruniversum waar stiekeme dromen, onvervulde verlangens en warme herinneringen wonen.
Als toeschouwer maak je in Bovenkamers een individuele reis langs al dat ontroerend onroerend goed. De mini-stadswandeling voert je onder meer langs het huis van de waarheid (een spiegelpaleis waarin je jezelf genadeloos tegenkomt), een portaal naar lang geleden (waar dino’s en fossielen rondstruinen) of het huis vol geheimen (daarover kan ik niets zeggen). Maar ook langs het frietkot, een pindakaaszee, een gamehuis en een mierzoet snoephuis – dromen heb je in alle soorten, maten en smaken.
Bij elk miniatuurhuisje blijf je pakweg een minuutje staan en hoor je over een koptelefoon soms een begeleidend versje of wat gedachtenflarden. Zo krijg je korte inkijkjes in tientallen grote en kleine wensgedachten.
Bovenkamers is een afwisselend filosofische, speelse, poëtische en soms educatieve ‘stadswandeling’. Ambachtelijk is het een regelrechte traktatie: de huisjes, vervaardigd met behulp van Teun Creates, ademen stuk voor stuk een totaal verschillende sfeer, en zijn met veel zorg en gevoel voor detail gedecoreerd: van de editie van Robinson Crusoe in ‘de bibliotheek van mijn gedachten’ tot de gedekte ontbijttafel die het middelpunt vormt bij ’thuis bij mijn moeder’ of de krant die op de sofa slingert bij opa en oma.
Tussen de verschillende inkijkjes door is geen ruimte ingebouwd om even op dat wat je gezien hebt te reflecteren. Bovenkamers voedt de zesplusser in hoog tempo met uiteenlopende dromen van leeftijdsgenootjes, die pas na afloop kunnen bezinken. De ervaring is daardoor vrijblijvender dan zou kunnen. De zeer korte teksten die je over de koptelefoon hoort, voegen bovendien vaak maar weinig toe aan alles wat je zelf, met je eigen avontuurlijke gedachten en associaties, in de huisjes kan ontdekken.
Toch blijft het een ontroerende gewaarwording, die bovendien aanzet om nooit te stoppen met dromen, wat grote mensen ook zeggen, vinden of verzwijgen. Buig je probleem om tot wens, en bouw vanuit daar een huis. Al is het maar in je hoofd. Een droom moet tenslotte ergens beginnen.
Foto’s: Kamerich & Budwilowitz