Het begint, hoe kan het anders, met de noodlotsklanken uit Beethovens Vijfde symfonie. Heftig, met fel aangezette accenten. Publicist Martin van Amerongen en cineast Philo Bregstein schreven gezamenlijk het historische drama Tussen licht en donker (2001) over het omstreden oorlogsverleden van een van Nederlandse grootste dirigenten, Willem Mengelberg (1871-1951). (meer…)
‘Er komt een moment dat de jeugd hier aanklopt!’ De oude Solness is nog niet uitgesproken of daar staat Hilde Wangel. In de regie van Frans Strijards komt ze binnen zonder kloppen.
Bouwmeester Solness is een van Ibsens laatste stukken (‘ouderdomsdrama’s’) waarin onder andere twijfels en frustraties over zijn kunstenaarschap en het burgerlijk huwelijk tot uitdrukking komen. De spanning tussen de ambitieuze en gewetensbezwaarde Solness en de idealiserende, schijnbaar onschuldige Hilde begint gaandeweg te knetteren. Een ontketening van verlangens en destructiedrang.
Helmert Woudenberg speelt Solness als een wat passieve, onderkoelde man die, gekluisterd aan een Ikeabank, bekneld raakt tussen driften en geweten. Zijn speelstijl houdt het midden tussen naturel en denkend; hij schakelt zichtbaar en (bewust of onbewust) enigszins stijf. Laura Mentinks’ Hilde daarentegen vibreert en stuitert, alsof in haar lichaam nauwelijks plaats is voor alle emoties. Schaamteloos stort ze zich op ‘prins’ Solness, die haar als meisje een koninkrijk beloofde. Maar het fysieke en mentale verleidingsspel leidt tot een agressieve seksuele confrontatie. Samen illustreren ze wat er gebeurt als luchtkastelen worden opgeroepen.
Het multi-interpretabele karakter van de tekst wordt tot uitdrukking gebracht in de visuele dramaturgie. Het religieuze aspect verdwijnt naar de achtergrond. Betekenisvol (psychologisch, symbolisch) zijn de vele schakeringen blauw in de vormgeving, van de vale grijsblauwe wanden tot het diepe nachtblauw van het horizondoek. Solness en Hilde dragen vergelijkbare herenschoenen. Opvallend zijn de turquoise details bij de jonge vrouwen.
Het decor toont Solness’ kale werkkamer. In de loop van de handeling raakt hij letterlijk en figuurlijk bekneld tussen de grote glazen tuindeuren van waarachter de vrouwen hem bespieden, en het publiek. De schommelstoel van Aline schommelt op de achtergrond zachtjes heen en weer, als een verlaten nest.
De dubbelzinnigheid van het slot (Solness beklimt de toren van zijn nieuwe woning en stort ter aarde; offer of overwinning?) stolt in een tableau vivant. De lucht kleurt bloedrood. Het is theater voor hoofd én zintuigen.
[de sterren zijn toegekend door de redactie van deze website]