‘Met Erik Bindervoet in de buurt moet je altijd oppassen met wat je zegt’, zei een bezoeker na afloop van de première van Twee geliefden op zoek naar een droomhuis. ‘Voor je het weet hoor je jezelf terug in een voorstelling.’ (meer…)
Drie dames op een bank. Ze drinken thee, gaan verzitten, lopen door de keurige kamer. Ze keuvelen over gedoe op het spoor, de buurman, hun echtgenoten. Nette vrouwen met kopjes thee, in gesprek – niks aan de hand, zou je zeggen. Maar ergens klopt er iets niet. Soms schrikken ze op, die vrouwen, beginnen wartaal uit te slaan, bewegen houterig of schokken. Voorbeeld? Annie staat op. ‘Ik voel een aanwezigheid’, zegt ze opeens. Met haar handen tast ze over een onzichtbare muur. ‘Hij is dik. Hij zweet. Hij heet Raymond.’
In Botten van tgECHO zijn Annie en Willie op bezoek bij Hannie, maar hun gesprekken ontsporen. Eerst nog alleen in taal, maar later ook in beweging. Het wordt een bezoek waarbij de conventies dieper en dieper wegkolken door het afvoerputje.
Botten is visueel prachtig door de vormgeving van Sascha van Riel en Suze May Sho, die ook de kostuums ontwierp. Het toneelbeeld past perfect bij de uitbundige voorstellingstekst van Erik Bindervoet. Een onthutsende woordenstroom schreef hij, die heen en weer schiet van alledaags gebabbel naar bizarre wartaal-monologen. Soms is die tekst onmogelijk te volgen, soms is ze betoverend, maar de hele tijd overweldigend.
Regisseur Roeland Hofman gaf de voorstelling drie delen met ieder een eigen titel: ‘Theevriendinnen’, ‘Theezusters’ en ‘Theehoeren’ – waarin de (ver)houdingen van de vrouwen steeds veranderen. Van ingetogen en beleefd in het eerste deel naar losser en amicaler in het tweede tot, uiteindelijk, grenzeloos en vunzig. Actrices Lotte Dunselman, Ellen Goemans en Anna Schoen spelen hun rollen strak, maar ook energiek en kleurrijk. Ze laten zich nergens overmeesteren door de stortvloed aan woorden die over hun tongen rolt.
Heel even zakt de spanning wat weg, ergens halverwege de voorstelling, doordat de tekst alleen maar meer raadsels opwerpt, nergens antwoord geeft of houvast biedt. De personages worden vreemder en vreemder tot dan eindelijk de stoppen volledig doorslaan. Dan klikken alle puzzelstukjes waaruit deze voorstelling is opgebouwd, weer in elkaar. De actrices kruipen krols over het toneel, maar ordinair wordt het niet, gek genoeg. Door de combinatie van de absurdistische tekst en de hysterische beelden kriebelt de lach onbedaarlijk in je keel. Tot je het lachen niet meer kunt inhouden en alleen nog gefascineerd, bij vlagen vol ongeloof, naar het toneel kan staren.
Foto: Sanne Peper