De openingsvoorstelling van Festival Boulevard in Den Bosch heeft een sterke sociale boodschap. Drie vrouwelijke dansers tonen hoe het is om te leven vanuit een onderdrukte positie. Hoe groeit het haar op de tanden; Born to Exist: the woman I know van de Brits-Kameroense choreograaf Joseph Toonga geeft een inkijkje in een proces van overleven.

In de ruimte beweegt een vrouw met haar rug naar het publiek. In een traag pulserend ritme deint ze haar heupen op en neer. Eenmaal met het gezicht naar het publiek krijgen we een ander beeld van deze vrouw. Verbeten creëert ze herkenbare vechtbewegingen. Daarna richt ze zich op het publiek en produceert ze met woedende blik luide oerkreten, waarbij ze zichzelf demonstratief op de borst slaat. Het is een cliché dit beeld, maar de toon is gezet. Dit is een geladen lichaam.

Vanuit de coulissen verschijnen twee danseressen, wat kleiner van postuur. Heel even vormt hun lichaam de pose van een persoon met een gericht geweer. Maar dan neemt het duo de vrouw mee in hun vloeiende, abstracte bewegingstaal, die zich ruimtelijk vooral organiseert in diagonalen. Geregeld wordt de abstractie gebroken, korte flitsen van anekdotes komen dan voorbij. Beknelde lichamen, vallende lichamen, meer pistolen; ze duren nooit lang die momenten en worden steeds opnieuw opgenomen in de abstractie van het bewegingsmateriaal. Dat materiaal is een mengeling van hiphop-bewegingen (met name streetdance met een vleug popping & locking) en geabstraheerde vechtbewegingen en doet denken aan het werk van de Franse choreografe Anne Nguyen, zoals haar trio Underdogs.

De elektronische muziekcompositie van Michael ‘Mikey J’ Asante ondersteunt het beeld van de straat heel even met geroezemoes, maar houdt zich verder verre van de dagelijkse geluiden. Al krijgen we zo nu en dan ook wel een flard oerwoudgeluiden mee. In eerste instantie is de muziek aanwezig en onderschrijft de compositie – nog net subtiel genoeg – de drama’s waar deze drie vrouwen doorheen gaan. Maar een groot deel van het stuk kent geen muziek en dat is verademend. Daar neemt de adem van de drie het over. Zo kunnen we een ritmisch patroon ontwaren waarin bewegingen worden onderbroken en de adem van de drie dat stokkende en haperende lichaam onderschrijft. Hoe hard het leven van deze vrouwen is, wordt dan fysiek vertaald en vorm en inhoud vallen dan mooi samen. Mede daardoor wordt dit toch wat anekdotisch aandoende stuk gaandeweg boeiender.

Veel nemen we indirect waar, omdat de danseressen dikwijls met hun rug naar het publiek zijn gepositioneerd – ook in hun verstilde onderonsjes. Zo krijgen we iets mee van de ongrijpbaarheid van deze intense levens. Maar daar staat iets tegenover. ‘So, you think I am nervous!’, roept danseres Aisha Webber provocerend. Toonga breekt de flow voortdurend, ook met uitstapjes richting publiek waarin de vrouwen korte teksten herhalen. Gelukkig wel gedoceerd. Al gaat een van de danseressen, Amanda de Souza, evengoed volledig door het lint. Haar uitbarsting (in het Portugees) transformeert tot apenkreet.

En zo zijn we ook weer terug bij het begin van Born to exist: the woman I know; een glashelder relaas over hoe bepaalde groepen in de samenleving – vrouwen, migranten – overleven. Toonga – vaste gast van Theaterfestival Boulevard – en zijn dansers maken het voelbaar. Soms heel letterlijk, maar zeker ook doorwrocht.

 

foto: Karin Jonkers