Hij is de boekenheld van ontelbaar veel jonge kinderen: de guitig kijkende Boer Boris met zijn pet, overall, rode sjaaltje en rode laarzen. Hij is kort van stof en komt altijd met verrassende oplossingen voor alledaagse kwesties op de boerderij. (meer…)
Lef hebben ze wel bij Muziektheater Hollands Diep, maar met Boris Godoenov heeft het gezelschap toch echt zijn hand overspeeld. Het gezelschap dat normaliter goed is voor (kleinschalig) eigentijds muziektheater deed een greep naar Moessorgski’s grootschalige opera. Helaas heb ik zelden zo’n saaie, spanningsloze Boris gezien en gehoord.
Het was natuurlijk ook een mission impossible. Boris Godoenov vereist een groot professioneel orkest en koor. Dat werd in deze productie teruggebracht tot een projectkoortje van dertig zangers en zeven musici. Alleen al de gedachte dat je met zo’n minimale bezetting recht kunt doen aan de partituur is een artistieke dwaling en getuigt niet, zoals regisseuse Cilia Hogerzeil beweert, van ‘liefde voor Moessorgski’s muziek’, maar van disrespect jegens de partituur.
Het moet een titanenarbeid zijn geweest voor dirigent-componist Leonard van Goudoever om de orkestpartituur terug te brengen tot het zakformaat van fluit, hobo, hoorn, klarinet, fagot, piano en slagwerk. De uitvoering door het Hexagon Ensemble onder leiding van Wiecher Mandemaker was zeker niet slecht, maar het bleef een slap aftreksel van wat er zou moeten klinken. Ook vocaal had het voor een dergelijke opera allemaal te weinig om het lijf. Nanco de Vries gaf zijn Boris een vaderlijk en menselijk gezicht, maar zijn stem heeft voor een dergelijke zware rol toch net te weinig dramatisch gewicht. Daar had zijn tegenspeler Jean-Léon Klostermann (Vorst Sjoeski) eveneens last van.
Veel soelaas bood ook de nogal brave en daardoor spanningsloze regie van Cilia Hogerzeil niet. De voorstelling sleepte zich traag voort van changement naar changement, een scherpe personenregie ontbrak en Hogerzeil leek zich vaak geen raad te weten met de vele massascènes, wat dan weer resulteerde in een hoop gedoe op het podium en een overdaad aan gekunstelde gebaartjes die thuishoren in de beste traditie van het amateurtoneel. De Dordtse Boris: gewaagd? Ja. Geslaagd? Nee.
Foto: Rob van Herwaarden
Het is jammer dat de recensenten zo’n behoudend geluid laten horen.Ipv vast te houden aan de traditionele dik aangezette interpretatie van deze prachtige Russische opera en dus teleurgesteld te zijn in de versie van Muziektheater Hollands Diep, zou je ook met ongeconditioneerde ogen en oren deze sobere, maar geenszins saaie voorstelling kunnen ervaren.Je hebt het gevoel naar een soort oerversie te kijken en te luisteren, waardoor het wezenlijke juist door die eenvoud veel duidelijker wordt. Het accent ligt op de kwetsbaarheid en gevoeligheid van Boris, die ten onder gaat aan alle machinaties aan het hof en de verdenking die er op hem rust zijn zoon Dimitri te hebben laten ver moorden.( Dit laatste feit is nooit historisch vast gesteld)
Het Hexagon ensemble speelt de lucide en rake bewerking door Leonard van Goudoever van de compositie van Moessorgski op voor beeldige wijze:geen eenvoudige opgave om als begeleidingsensemble op te treden.Het toneelbeeld is vaak van een serene schoonheid.
En dit alles in een samengaan van professionals en (geschoolde) koorzangers. Chapeau!
De voorstelling van Boris Godoenov door Muziektheater Hollands Diep heeft op mij een bijzondere indruk gemaakt. De vrijheid die regisseuse Cilia Hogerzeil genomen heeft om deze indrukwekkende grootse opera zo intiem en indringend uit te voeren, bezorgde mij een bijzonder positieve verrassing. Een niet zozeer imposante maar eerder twijfelende en menselijke Boris maakte het verhaal invoelbaar en van alle tijden en gaf de uitvoering een dramatische kracht. De stemmen waren prachtig en het was een verademing om te zien dat met sobere en niet kostbare middelen een rijk toneelbeeld tot stand was gebracht.
Ja de arrangementen: ik houd ervan om mee te krijgen dat iets ‘gemaakt’ wordt, dat de inspanningen om iets tot stand te brengen nog voelbaar zijn. Dan ben ik niet op grote afstand van een weergaloos product, maar dan ben ik ook deelgenoot van het proces en van de technische aspecten. Dat brengt mij dichterbij het wezen van wat kunst (maken) is.
De muziek zoals Leonard van Goudoever deze bewerkt had en gespeeld werd door het Hexagon Ensemble aangevuld met slagwerk: ik vond het heel goed gelukt, ik miste geen moment het grote orkest. Het versterkte juist het dramatische karakter, met als verrassing het welluidende klokkenspel.
Dat het koor uit amateurs bestond, daar kun je van wensen dat het professionals zouden zijn. Maar ik vond dat er een goede balans was tussen de voortreffelijke professionele zangers en het in het Russisch uit het hoofd zingende koor.
Opera Boris Goedonov door Hollands Diep, revolutionair in Russisch –Nederlands opera-land.
(Shura Lipovsky)
Moessorgski zou er niet van hebben opgekeken dat zijn grote opera tot een kameropera gemaakt is. Zijn fijnzinnige compositorische werk is in het arrangement van Leonard van Goudoever tot een parel van dramatische expressie geworden, in miniatuur formaat.
De regie van Cilia Hogerzeil beweegt de massa’s, de volksvertegenwoordigers en de religieuze machthebbers over het podium, maar brengt tevens deze grootse historie tot menselijke proporties, waarbij de worsteling van het individu in een schril contrast tot de massa’s centraal staat.
Door het naadloos illustreren van iedere nuance in het vocale werk , bewijst het Hexagon ensemble met dirigent Wiecher Mandemaker hoezeer deze kleinschalige formule bij uitstek geschikt is om een beladen onderwerp als dat van Boris Goedonov te begeleiden.
De prachtige stemmen van de gehele cast, zoals Nanco de Vries (Boris) Maciej Straburzynski (Pimen) en Marc Omvlee (Grigori\Dimitri) hoeven in dit bijzondere geval niet ‘gespierd’ over een groot orkest heen te zingen, waardoor de muzikaal dramatische nuances nog overtuigender en buitengewoon indringend over het voetlicht komen.
De keuzes van regisseuse Cilia Hogerzeil zijn verrassend en overtuigend.
Zoals ook de inzet van een countertenor als zoon van Boris (Feodor- door Jorg Delfos) in plaats van een gebruikelijk vrouwenstem, illustreert hoe zwaar de taak van een tsaar komt te wegen op een kind, dat daarvoor nog veel te jong en te onervaren is. (En hoe mooi klinkt een countertenor in dit klassiek Russische repertoire).
Waar opera nog wel eens moet inboeten op het dramatische vlak ten opzichte van de muzikale belangen, is er in deze productie sprake van een schitterend samenspel. Cilia Hogerzeil heeft, zoals al in eerdere producties, de kans gezien om een bescheiden revolutie te realiseren in opera-land, waarbij een kleinschalige opzet samenvloeit met groots en meeslepend, met subtiele nuances, die juist daarom des te heftiger de innerlijke worstelingen van de hoofdpersoon aan oog en oor doen ontrollen.
Haar vertolking als beeld uit de Russische geschiedenis van die tijd, geeft op sommige momenten een hallucinerende overeenkomst met beelden van de realiteit omtrent de Russische wereld van vandaag. Hoe aangrijpend.
Cilia Hogerzeil, die al vele malen niet bestaande opera werken in ons land heeft geintroduceerd, met nieuwe onderwerpen waarvoor zij een script liet schrijven en componisten bereid vond daarvan een opera te maken, heeft wederom een pioniersrol vervult. Nu met een gewaagde dramatische opvatting van een groot operawerk. Zo heeft ze een nieuwe muzikale werkelijkheid durven te tonen, die misschien niet is zoals de traditionele operakenner het gewend is, maar waarin haar kunstenaarschap wederom haar enthousiaste publiek overtuigend heeft weten te bekoren.