De gemeente Amsterdam zag er helemaal niets in toen twee jonge Amerikanen een kwart eeuw geleden aanklopten met een plan om een Amerikaanse comedy club in de stad te beginnen. Want, zo kregen zij te horen, Nederlanders willen geen shows in het Engels zien en toeristen komen voor Anne Frank, Van Gogh en de Wallen en gaan niet naar het theater als ze hier een paar dagen zijn. Andrew Moskos en Pep Rosenberg zetten toch door, ook zonder gemeentelijke subsidie. Inmiddels bestaat het improvisatiecomedy gezelschap Boom Chicago vijfentwintig jaar en om dat te vieren werd eenmalig de thuisbasis aan de Rozengracht verruild voor Carré.

Zaterdag werd het decor van Het Pauperparadijs opzij geschoven om plaats te maken voor ongeveer vijftig Amerikaanse komieken die de afgelopen vijfentwintig jaar voor korte of langere tijd op het Amsterdamse podium van Boom Chicago hebben gestaan. Sommigen, waaronder Seth Meyers, hebben in de Verenigde Staten een succesvolle carrière opgebouwd, de meesten zijn verdwenen in het grote stand-up comedy zwarte gat. De opgetrommelde feestvierders hadden op het podium zichtbaar dikke pret, en er werd uitbundig gelachen om elke geïmproviseerde grap van hun collega’s. Dat zal meer met het reüniegevoel te maken hebben gehad dan met het humorniveau, want voor de bezoeker die zich had verheugd op een spervuur van geslaagde grappen was het een moeizame avond.

Opmerkelijk was dat, afgezien van Soundos en Henry van Loon, geen Nederlandse cabaretiers/comedians op het feestje waren afgekomen. Op het podium was er wel sprake van enige Nederlandse inbreng, maar de improvisatie-act van voormalige Lama’s Ruben van der Meer en Tijl Beckand was tenenkrommend.

De basis van een Boom Chicago-programma is helder: een team van comedians improviseert op suggesties van het publiek, die onder meer bestaan uit de plaats waar de sketch zich afspeelt, zoals een grot in Thailand, de beroepen van de spelers en een voorwerp. En dan hangt het van de vorm van de dag van de spelers af of het een paar leuke minuten worden. Vaak is het worstelen van de comedians om er iets van te maken leuker dan de humorinhoud. En dat was op deze feestavond met spelers die elkaar lange tijd of zelfs helemaal nooit hadden gezien wel heel erg pijnlijk het geval. De voorbereide introductiedialoog tussen de hosts Moskos en Rosenberg behoorde tot de beste stukken van de avond. Er zaten ook pittige oneliners bij het onderdeel waarbij iedereen mocht reageren op een ongemakkelijke situatie, zoals ‘my condom broke’ of ‘I dated a priest’. En als we dan nog even het rijtje van pluspunten afmaken: we hoorden een prachtige Broadway-musical parodie, Greg Shapiro deed een aardige Trump-imitatie en Seth Meyers maakte een doodsaaie scène met een relatieconsulent briljant af.

Verder was het matig tot ongelooflijk slecht op deze lange avond. Met als absoluut dieptepunt een eindeloos en krakkemikkig gebracht verhaal over valet parking in Los Angeles.

Toch zal een deel van het publiek niet chagrijnig naar huis zijn gegaan, want de Amerikanen zijn geweldige sfeermakers. Om het kroeggevoel te behouden hadden ze voor elkaar gekregen dat drankjes de heilige zaal van Carré in mochten, de harde pompende muziek zorgde voor een stevige shot adrenaline en als uitstekende salesmen weten ze ook mislukte grappen zo enthousiast te brengen dat je pardoes met de grappenmaker mee gaat lachen. Maar nee, deze avond hoeft niet op dvd te worden uitgebracht.


Lees hier meer over 25 jaar Boom Chicago in Amsterdam.