Je hele leven zit je op een speedboot en scheer je over het water, je blik gericht op de einder. Totdat je weet dat je doodgaat, dan voelt het alsof je in een roeiboot zit: je gaat traag vooruit en je blik is naar achteren gericht, naar wat je allemaal bent gepasseerd. Maar wat als de naderende dood niet meer het einde betekent maar de wetenschap de dood heeft ingehaald? Zou je eeuwig door willen leven en zo ja: tegen welke prijs? (meer…)
Nadat Onderwater steeds op locatie opereerde – in een eigen tentwinkel, een stadsplantsoen, op het dak van een flat, in alle ruimtes van een kerk en om maar wat te noemen – zet de Rotterdamse groep nu haar bungalowtent op in het theater. Zo’n tent waarmee je vroeger ging kamperen, toen je je nog geen zorgen hoefde te maken over apps en likes en statusupdates. Een tijd om naar terug te verlangen. ‘Nous fuyons de la vie moderne et digitale.’
Wat is er beter dan leven als kampeerder in Frankrijk? Vooral als je niet wordt achtervolgd door de digitale zorgen die zo bij onze tijd horen. Op zoek naar een heerlijk retro-bestaan noemen Afke Weltevrede en Jeroen Rienks zich Julie en Jérôme. Ze spreken daarbij een soort français de charbon (‘c’est trop beaucoup’), ze roken Gitanes en ze zingen natuurlijk chansons, zoals Une belle histore en L’amour est bleu. Pascal Derogee (Olivier) begeleidt op gitaar.
Hoewel de hele operatie daarvoor is opgezet, lijkt Julie toch niet van harte afscheid van haar telefoon te nemen. Ze wordt er un peu nerveux van. Die twijfel geeft al aan dat het niet gaat lukken, hoezeer zij en Jérôme ook genieten van het Brigitte Bardot en Alain Delon spelen. Zij met een strak gesneden bleekgeel jasje met grote knopen en een haarband in dezelfde pastelruit als haar jurk, hij in detectiveregenjas met gleufhoed en zonnebril.
Naast de scènes op de camping is er op het achterdoek in stukjes een zelfgemaakte film noir te zien. Jérôme pikt Julie op in zijn Citroen DS en neemt haar mee naar een gokhol. Als hij de tegenstribbelende portier even hardhandig tot de orde heeft geroepen, harkt zij een vorstelijk bedrag binnen. En uiteindelijk loopt het natuurlijk slecht af.
De vorm van Bon voyage is uitstekend verzorgd. De film ziet er prima uit, de kleding is met veel aandacht gemaakt en op elkaar afgestemd, de tent en de stretcher nemen je zo mee naar de jaren zeventig. De sfeer is melancholiek, voor vooral de oudere kijker.
Het probleem is de inhoud. Wat wil Onderwater precies zeggen? Dat we lijden aan de digitale eisen van de wereld van nu? Dat is niet zo’n opzienbarend inzicht als je er niet meer mee doet. In How much is enough (in de daktuin op het Schieblock in Rotterdam) had Onderwater het al over ons consumentisme en het verlangen naar autarkie. Ook daar stonden praktische bezwaren in de weg.
Regisseuse Marijn van der Jagt, die toch een heldere kijk heeft op theater, heeft van Bon voyage niet meer gemaakt dan een aardige, verzameling meer of minder geslaagde acts met niet meer samenhang dan los zand. Film en camping staan allebei voor heimwee naar het Frankrijk van vroeger, maar in de voorstelling blijven het losse elementen. Dat maakt van Bon voyage een vluchtige ervaring.
Foto: Fred Ernst
De inhoud vond ik juist wel duidelijk. Het problem is hoe je van een digitale verslaving verlost raakt. De voorstelling laat een originele oplossing zien: je inleven in de periode voor de opkomst van computergames en social media. In de voorstelling wordt uitgewerkt hoe je dit zou kunnen aanpakken en wat hier allemaal aan vast zit.