In het lied F-pupillen, zaterdagochtend beschrijft Jurrian van Dongen de sfeer in de kleedkamer van voetbaljochies. De trainer, ongetwijfeld de vader van een van de spelertjes, spreekt zijn pupillen streng, maar bemoedigend toe na een teleurstellende eerste helft. Van Dongen weet die sfeer perfect te raken. (meer…)
Het duurt een aantal nummers voor duidelijk is dat Marijn Brouwers’ omzwervingen door het hedendaagse Parijs nauwelijks iets van doen hebben met het leven van Charles Aznavour. De titel Bon anniversaire – een felicitatie voor de Franse chansonnier vanwege zijn negentigste verjaardag – zorgt ervoor dat je je antenne richt op dat gegeven. Niet doen dus. Het is zaak snel op het goede been terecht te komen.
Een ‘verhaallijn’ zoals Brouwers die zo fraai wist te leggen in het bejubelde Beste meneer Halsema, heeft hij nu niet aangebracht. In die voorstelling wist Brouwers zijn leven met dat van de overleden zanger te verbinden. Door te vertellen wat Halsema voor hem betekent, hoe graag hij hem had willen ontmoeten en bevriend met hem had willen zijn. De liedjes van Halsema kregen een extra ontroerende lading daardoor.
Bon anniversaire heeft die persoonlijke lading niet. Het is gemaakt uit bewondering voor de liedjes van de Franse wereldster, niet uit liefde voor zijn persoonlijkheid en zijn invloed op Brouwers’ leven en werk. Dus kon het ook moeilijk eenzelfde eerbetoon worden als het Halsema-programma was. Wat overblijft zijn achttien in het Nederlands vertaalde en hertaalde liedjes van Aznavour. Kleine verhaaltjes op zich, waar je weinig emotie bij voelt. Goed gedaan, mooi gezongen, klaar.
Samen schetsen de liedjes wel een beeld van Marijn Brouwers’ gedachten en gevoelens. Hij twijfelt over het leven, heeft angst de liefde te verliezen, zingt over ontrouw en jaloezie, wil erkenning en succes en haalt af en toe ook alle romantiek uit de kast om het geluk te bezingen. Met die thema’s kun je niet meer dan een uurtje variëren en boeien. Zo lang duurt Bon anniversaire dan ook. En dat dan allemaal – o vreselijk cliché toch weer – met Parijs als denkbeeldig decor, de stad van de liefde. Jawel, hij wandelt door Montmartre en over Place Pigalle, struint boekenwinkeltjes en platenzaken af en zit in kunstzinnige cafés waar vroeger u-weet-wel-wie-allemaal filosofeerden met een glas rode wijn. Soms klinken op de achtergrond geluiden van een drukke stad. Gelukkig sneert de zanger zelf al over de accordeon.
Dat Parijse clichégeluid – dat in Nederlandse steden veel erger is – ontbreekt gelukkig in het instrumentarium van het trio dat hem mooi begeleidt op piano, bas en diverse blaasinstrumenten. Zij weten bij elk nummer de sfeer te scheppen die het vraagt. Zoet, snerpend, hard, zacht.
Verwacht geen Nederlandse Aznavour. Brouwers heeft een te goede stem om iemand te imiteren en heeft van zichzelf theaterpersoonlijkheid genoeg. Verwacht ook niet een aaneenschakeling van greatest hits van Charles Aznavour. De klassiekers zijn natuurlijk wel aanwezig (La bohème, She, Hier encore, Emmenez moi). De vertalingen zijn van Brouwers zelf, maar ook van Jurrian van Dongen, George Groot, Ivo de Wijs, Ernst van Altena, Lennaert Nijgh en Lodewijk Post.
Foto: Dennis Philippi