Speciale aandacht van de politie. Wantrouwende blikken. Apengeluiden in voetbalstadions. Meten met twee maten. Mensen en kinderen met een niet-westerse achtergrond worden nog steeds anders benaderd dan wie overkomt als een vertrouwde Hollander. (meer…)
Hij is de boekenheld van ontelbaar veel jonge kinderen: de guitig kijkende Boer Boris met zijn pet, overall, rode sjaaltje en rode laarzen. Hij is kort van stof en komt altijd met verrassende oplossingen voor alledaagse kwesties op de boerderij. Schrijver Ted van Lieshout en illustrator Philip Hopman creëerden samen al meer dan twintig van de populaire boekjes. Het verbaast dan ook niet dat Boer Boris nu ook in het theater te zien is.
In Boer Boris is de baas (4+) zien we de zwijgzame Boris in een rood wagentje rondrijden, voordat het wagentje uitklapt en zijn boerderij, schuren, land en dieren zichtbaar worden. Of rondrijden… hij wórdt rondgereden, en wel door de twee meest innemende inspiciënten of theatertechnici die je ooit hebt gezien. Samen zetten ze zich in voor een soepel verloop van de voorstelling, wat echter op hilarische wijze volkomen mislukt.
Regisseur Albert Klein Kranenburg koppelt een Buurman en Buurman-achtige toon, spitsvondige teksten en prettig getimede danspasjes aan de droge humor van Boer Boris, en dat werkt heel goed. Christian van Eijkelenburg en Kevin Wekker hebben al kort na aanvang de zaal plat als het rode wagentje pech krijgt en ze met een ratelsleutel onder de motorkap duiken. Steeds terugkerende opmerkingen, bewegingen en foutjes (‘Hij moet naar links, nee hij moet naar rechts!’) zijn fascinerend voor het jonge publiek.
De gelaagdheid van de voorstelling, die eigenlijk meer gaat over de technici dan over het jongensachtige boertje, maakt het – zeker niet onbelangrijk – ook voor het oudere publiek komisch. Zelf een paar actuele thema’s worden terloops en speels aangestipt: een poepend varken verwijst naar het mestoverschot en een kalfje krijgt de fles terwijl moeder koe wordt gemolken.
Interessant is de voice-over die steeds de volgende scène aankondigt. ‘Boer Boris heeft een boerderij, daar horen ook … (tien kippen, zeven koeien, schapen, machines, etcetera) bij.’ Hij klinkt behoorlijk dwingend, is het de stem van Boris zelf? Over een ding is hij heel helder: er mag slechts één Boer Boris zijn. Zo straft hij de technici af wanneer die hun drang om ook voor boer te spelen niet kunnen bedwingen. Maar uiteindelijk nemen ze het heft in eigen handen: iedereen mag Boer Boris zijn, iedereen mag de Baas zijn. Het onderliggende verhaal doet er dan allang niet meer toe; de innemend ondeugende speelsheid van deze theatertechnici heeft het publiek volledig overtuigd.
Foto: Thijs Maas